- Artikelen
Oui!
De betonnen sculptuur Sylvette staat sinds 1970 in de stad. Na veel vijven en zessen is het zeven meter hoge kunstwerk naar een tekening van Picasso door de Noorse beeldhouwer Nesjar gemaakt.

Sylvette met op de achtergrond de bebouwing aan de Westersingel.
Marlies Lageweg, Platform Wederopbouw Rotterdam, 2024Commissie Stadsverfraaiing
In 1960 werd de Commissie Stadsverfraaiing opgericht. Het stadsbestuur had een klein team van experts en kunstverzamelaars bijeengebracht dat kunstwerken met een internationale uitstraling voor de stad mocht aankopen. Die nieuwe kunstwerken zouden straten en pleinen moeten verfraaien. Maar de Commissie vond dat kunstwerken ook mochten worden geplaatst in groene, parkachtige omgevingen, zoals in het unieke landschap van het Kralingse Bos. Dit ‘Kralinger Hout’, zoals het Bos nog werd genoemd, had nauwelijks kunstwerken en ook in de openbare ruimte van Kralingen was nog maar weinig kunst te vinden. In 1963 had commissielid Piet Sanders in de tuin van de beroemde kunstverzamelaar en galeriehouder Daniel-Henry Kahnweiler in Parijs een monumentale sculptuur gezien die hem niet meer losliet. Het betonnen gevaarte was vijftien meter hoog en het ontwerp was gebaseerd op een tekening van Pablo Picasso (1881-1973). Het ding was gemaakt door de Noorse beeldhouwer Carl Nesjar (1920-2015).

De Plaszoom zou de plek moeten zijn waar het nieuwe kunstwerk zou komen. In 1962 brandde de molen de Ster af, die overigens later is herbouwd.
Anna de Ruijter, Stadsarchief Rotterdam, 1961Vista
En zo kon de Commissie Stadsverfraaiing de wethouder melden dat er een 22 meter hoog kunstwerk in voorbereiding was, dat ‘een bijzonder interessante en monumentale werking zou krijgen als ‘teken’ in de omgeving of het landschap’. De Commissie koos unaniem voor ‘een vista in het Kralingerhout, aan de Plaszoom, even voorbij de Plasmolen’. Nesjar noemde ‘het park buiten Rotterdam’ een ‘excellente locatie […], werkelijk schitterend’ en beloofde foto’s van de locatie met Picasso te bespreken. Op 30 juni 1964 vroeg de gemeente de beroemde kunstenaar formeel toestemming een werk van Nesjar naar zijn ontwerp in Kralingen uit te voeren. Per omgaande stuurde Picasso dezelfde brief naar het stadhuis terug, maar niet voordat hij er met grote letters ‘Oui’ op had gekrabbeld.

Het laconieke antwoord van Picasso, afgedrukt in Het Vrije Volk van 7 oktober 1964.
Betontechniek
In 1958 was Nesjar een samenwerkingsverband met Picasso gestart door ontwerpen uit te voeren in een speciale betontechniek, ontwikkeld door een fabrikant in Oslo. Onder de oppervlakte van het beton verwerkte Nesjar een laag zwarte kiezelstenen. Hij freesde vervolgens de lijnen van Picasso’s ontwerp uit de bovenste laag van het beton, zodat een grafische compositie van zwarte kiezels zichtbaar werd. Volgens Sanders bood deze betontechniek een unieke kans om een zeer groot, monumentaal beeld in Rotterdam te realiseren, een sculptuur van Picasso bovendien, die nog te betalen was ook. Bovendien zou Picasso zelf geen honorarium bedingen.

Onder het gefreesde beton komt de zwarte kiezellaag tevoorschijn. Deze techniek werd bij Sylvette gebruikt.
Marlies Lageweg, Platform Wederopbouw Rotterdam, 2024Muze
En daar moest de Commissie het mee doen. Met een ‘Oui’ van de grote meester. Kon er geen afspraak met Picasso zelf worden gemaakt? Nee, zei Nesjar, want Picasso verlaat zijn huis zelden en is wars van overleg. ‘Stuur ‘m maar iets uit de Nederlandse klederdracht, hij is gek op die dingen’, zo opperde de Noorse beeldhouwer. Ook was de Commissie ietwat teleurgesteld dat Picasso geen nieuw model voor Rotterdam had gemaakt, maar Nesjar een reeds bestaand ontwerp – naar een tekening van Sylvette – wilde laten uitvoeren. Sylvette David was Picasso’s legendarische muze, een prachtige jonge vrouw die hij in 1954 al had ontmoet en als model fungeerde voor tekeningen, schilderijen en kleine beeldhouwwerken.
Commotie
Kort daarop berichtten de dagbladen over een twintig meter hoge betonsculptuur van Picasso die even voorbij de molen aan de Kralingse Plas zou worden geplaatst. Het werk zou een ‘meisjesfiguur’ verbeelden. Een aantal kranten plaatste ook een door Carl Nesjar gemaakte fotografische collage, waarin zijn ontwerp en het ‘Oui’ van Picasso waren gemonteerd. Op 10 oktober 1964 barstte de commotie los. ‘Twintig meter is wel erg hoog’, verzuchtte columnist Pieter Spreeuw in Het Vrije Volk van 10 oktober 1964. ‘Moeten we niet zuinig zijn op het aardige landschap rond de Plas?’, vroeg hij zich af. Een ingezonden brief in dezelfde krant hekelde niet alleen de hoogte, maar ook het ontwerp van ‘Miss Maakt’ - ‘het mismaakte meisje’. De Tijd/De Maasbode van 22 oktober sprak sarcastisch van ‘een knots van een gedenkteken’ dat louter als ‘een lokkertje voor toeristen’ moest gaan fungeren. Deze opmerkingen waren de opmaat tot een storm van kritiek en negatieve publiciteit. De strijd werd aangevoerd door de Oostergids, een wekelijkse nieuws- en advertentiekrant dat met een oplage van 156.000 exemplaren huis-aan-huis werd verspreid in het oostelijke deel van Rotterdam. ‘Het ligt niet in de bedoeling dat wij oppositie tegen de gemeente voeren’, schreef de redactie op 29 oktober. ‘Wij willen echter wel bereiken, dat het gesprek tussen Rotterdamse bestuurders en burgers op gang komt. In een stad waar de problemen steeds groter worden en de communicatie tussen burgers en bestuurders moeilijker wordt, willen wij een spreekbuis zijn’.
Picasso is een genie!
De redactie ontving ‘honderden brieven tegen Picasso’s totempaal’, aldus de voorpagina, en drukte er zestig af in de krant. De onvrede spatte van de pagina’s: ‘We willen die rommel niet’, ‘Als het er toch moet komen – dan dynamiet eronder’, ‘Beton? Had die Duitse bunkers lekker laten staan – veel goedkoper’, ‘Gelukkig is het Kralingse Bos lekker drassig’, ‘Picasso zegt Oui, maar ik zeg neen’, ‘Ik ben een vrouw van 37 jaar, maar heb nog nooit zo’n monsterachtig vrouwenfiguur gezien’ - ‘een belediging voor de meisjes’, ‘Zet het ding in Hoek van Holland op een duintop, met een uitkijktoren en een restaurant in zijn kop’. Schaars waren de tegengeluiden: ‘Kralingen is weer eens in zijn eer aangetast - Kralingers rekenen zich altijd tot het verheven volk’, ‘Picasso is een genie!’, ‘Laten we nou ‘s toegeven geen cent voor cultuur over te hebben’, ‘De wereld wil bedrogen worden, dus laten we haar bedriegen’. Op 19 november maakte het College van B en W bekend de locatie van het Kralingse Bos opnieuw tegen het licht te willen houden.

Zestien Rotterdamse kunstenaars verenigen zich in een actiegroep en protesteren tegen de dure Picasso, in hun ogen een statussymbool.
Algemeen Dagblad, 11 december 1964Statussymbool
Intussen werkte Nesjar onverdroten voort aan zijn maquettes en informeerde in Rotterdam naar krantenartikelen die hij graag aan zijn archief zou willen toevoegen. Voorzichtig meldde de Commissie Stadsverfraaiing dat er ‘veel negatieve reacties’ op het nieuws waren gekomen, maar dat hij verwachtte dat de tegenstanders nog konden worden overtuigd. Inmiddels hadden zestien Rotterdamse kunstenaars zich verenigd in een actiegroep en in een adres aan de gemeenteraad protesteerden ze tegen de aankoop - een ‘statussymbool’ vonden ze het beeld. Op 8 augustus 1964 schreef het hoofd van de afdeling Kunstzaken aan de Commissie Stadsverfraaiing: ‘Het project is een bron van grote zorg geworden. Ik heb begrepen dat die zorg door een aantal commissieleden wordt gedeeld. De zorg betreft de sculptuur zelf én de locatie’.

Het kunstwerk Sylvette in aanbouw, april 1970.
H.M. Vrijmoet, Stadsarchief RotterdamArtistieke misser
Hij vroeg de Commissie de monumentale status van het beeld te heroverwegen. Want was het eigenlijk wel een echte Picasso? Was de hand van Picasso wel voldoende zichtbaar in het beeld? Moest de vlakke, niet-dynamische achterzijde van het beeld eigenlijk niet als een artistieke misser van jewelste worden beschouwd? Kon zo’n beeld niet beter voor een gebouw worden geplaatst? En detoneerde de enorme betonnen constructie niet ‘met de op bijna natuurlijke wijze ontstane puurheid van het Kralingerhout’? Hij besloot zijn brief met: ‘Ik wil u niet vragen het project op te geven, maar ik ben ervan overtuigd dat, eenmaal een betere locatie gevonden, het project levensvatbaar is. Ik concludeer dat zo’n sculptuur beter in de nieuwe stadskwartieren op Rotterdam-Zuid past. Ook moet er worden nagedacht over een andere schaal’.

Het kunstwerk voor het Bouwcentrum in 1980.
Lex de Herder, Stadsarchief RotterdamStem des volks
Na ampel beraad werd besloten het Kralingse Bos als locatie definitief af te wijzen, een nieuwe kritiek op het ontwerp te formuleren en Picasso te vragen nieuwe locaties in ogenschouw te nemen. Exit Kralingen. Eind november 1965 meldde wethouder Nancy Zeelenberg aan een verslaggever: ‘We hebben geluisterd naar de stem des volks’. En zo werd de komst van Sylvette naar de Kralingerhout verhinderd. De wethouder liet weten dat de gemeente met Picasso in overleg zou gaan over een nieuwe locatie én over een nieuw ontwerp.

Het kunstwerk voor het Bouwcentrum in 1987.
Stadsarchief RotterdamBouwcentrum
Nesjar voelde zich belazerd. Nog jarenlang zou de gekrenkte Noorse kunstenaar de gemeente bestoken met brieven waarin hij om compensatie vroeg. Ook dreigde hij met juridische stappen. Die compensatie volgde pas in de winter van 1969-1970. Piet Sanders, de ‘ontdekker’ van Nesjar, had inmiddels ook zitting genomen in het Werkcomité van C70. C70 – of Communicatie 1970 – zou een grote stadsmanifestatie moeten worden, die eerdere manifestaties als Ahoy’ en E55 in ambitie en uitstraling moest overtreffen. Ook de kunst stond hoog op de agenda. Zonder zijn collega’s van de Commissie Stadsverfraaiing in te lichten, vroeg Sanders de directie van C70 de Sylvette van Picasso en Nesjar aan te kopen.
De nieuwe Sylvette betrof een kleiner model van zeven meter en werd in 1970 geplaatst voor het Bouwcentrum aan het Weena, pal tegenover het Centraal Station.

Het kunstwerk voor het Bouwcentrum in 2002.
Thea van den Heuvel, Rijksdienst voor het Cultureel ErfgoedPseudo-Picasso
Opnieuw waren er kunstenaarsprotesten, verhitte gemeenteraadsdebatten en furieuze dagbladcolumns. In kranten en tijdschriften werd Sylvette gehekeld als een ‘pseudo-Picasso’, een ‘niet-authentieke Picasso’ en een ‘geïmiteerde Picasso’. Het beeld was je reinste oplichterij, vond de criticus van de Nieuwe Rotterdamsche Courant, Cees Doelman op 16 januari 1970: ‘Eerst imiteert Picasso zichzelf en daarna wordt zijn schetsje weer door een architect geïmiteerd. Vervolgens geeft Picasso een akkoordverklaring af. En alles uiteraard tegen een lief honorarium’.
In 2003 werd het meisje van Picasso, Sylvette, verplaatst naar het trottoir bij Museum Boijmans Van Beuningen aan de Westersingel.

Sylvette vanaf de Museumpark-zijde
Marlies Lageweg, Platform Wederopbouw Rotterdam, 2024
Sylvette staat anno 2024 op de hoek Westersingel Museumpark.
Marlies Lageweg, Platform Wederopbouw Rotterdam, 2024Meer info over...
Ook op de website van BKOR vind je meer informatie over het kunstwerk.
Geschreven door Siebe Thissen.