• Articles

Kantoorgebouw NV Levensverzekeringsmaatschappij 'De Utrecht'

08 utrecht 361065cca

Met een lawaai dat horen en zien doet vergaan zijn dezer dagen een stuk of wat zware persluchthamers de aanval op het oude pand van de levensverzekeringsmij. „De Utrecht" begonnen. Een aanval die definitief zal zijn, want wat de grote brand van mei 1940 niet lukte, dat zullen de slopers van de firma W. Schotte doen. Over zes maanden zal er op de Coolsingel niets meer zijn dat aan het zware, 25 meter hoge en wat sombere oude gebouw van „De Utrecht" herinnert.

Opnieuw staat dus een stukje oud-Rotterdam uit de binnenstad te verdwijnen, maar van een verlies kan men toch moeilijk spreken. Vlak achter het oude pand van „De Utrecht" is een nieuw en veel fraaier gebouw verrezen. Velen wachten in spanning af hoe zijn lichte gevel van aluminium en glas het straks op de Coolsingel zal gaan „doen".

Het Vrije Volk 16 september 1960

Handel en Nijverheid

Levensverzekeringsmaatschappij „De Utrecht" werd in 1883 opgericht. Het bedrijf kocht in 1930 het gebouw Handel en Nijverheid aan de Coolsingel en betrok er een verdieping. De rest van het gebouw werd verhuurd en op de begane grond waren winkels. Het gebouw was tussen 1924 en 1925 gebouwd naar ontwerp van architect Buskens. Hoewel het gebouw nauwelijks beschadigd was door het bombardement moest het toch worden gesloopt vanwege de nieuwe stedenbouwkundige visie voor de Coolsingel. Wel kon het gebouw blijven staan tot de nieuwbouw erachter klaar was. Die nieuwbouw volgde de tweede rooilijn aan de Coolsingel. Het Algemeen Dagblad van 18 mei 1960 formuleerde het treffend: ‘De Utrecht wisselt daar van pand zoals een kind wisselt van tand: het nieuwe pand zit er al achter, het oude kan weldra verdwijnen.’ Kort na het 75-jarig jubileum werd met de bouw van het nieuwe kantoorgebouw gestart. Het kantoorgebouw was ook als investeringsobject bedoeld.

Begin 1954 werd J.J.P. Oud (1890-1963) benaderd voor de opdracht. Men wilde een architect die goed bekend was in Rotterdam en met de wederopbouw. De directie wilde zich onderscheiden met een modern, representatief gebouw. Oud had al een bijdrage geleverd aan de wederopbouw van Rotterdam met zijn kantoorgebouw voor Esveha aan de Delftsestraat en de Spaarbank aan de Botersloot. De prestigieuze opdracht voor een nieuwe Bijenkorf aan de Coolsingel had hij echter geweigerd.

Oud maakte een bijzonder abstracte terugliggende gevel tussen de twee massieve vooruitgeschoven belendende gebouwen, de Bank voor Handel en Scheepvaart en het Holbeinhuis.

Menige architectuur-liefhebber in Rotterdam heeft bezorgd gezien hoe achter het donkere nogal zwaarmoedige blok van vóór de oorlog een blanke en ijle gevel van aluminium-golfplaten in alle luchtigheid en met een opvallend bescheiden schaal omhoog groeide. Zou dit vliezige en gerekte geheel op kunnen tornen tegen de zwaardere en meer stoffelijke vormen en structuren van het Holbeinhuis en het nogal traditionele Vulcaangebouw.

Het lijkt er achteraf op of Oud het antwoord al lang gereed had. De winkels, die hij in petto moest houden tot het oude Utrecht-kantoor was gesloopt, waren niet op de gebruikelijke wijs volkomen onder de bovenbouw geschoven. Zij komen als een galerij naar voren en maken daardoor het wijkende van de ijle zilverige bovenpartij bijzonder aanvaardbaar. Ook het prettige contrast tussen de hoogte van de winkels en toegangspartij en de kleine schaal van de bouw daarbovenuit weet duidelijk de aandacht te boeien.

Mr A.J.J. van Rooij in: de Volkskrant 8 januari 1962

Dubbele corridor

Niet alleen de gevel was bijzonder modern en eigentijds. Ook de opzet met de vooruitgeschoven laagbouw met winkelruimte was gedurfd. De ruime, vrij indeelbare ruimtes konden worden gebruikt voor de beoogde winkels en café-restaurants. Door de grote hoogte van de begane grond was het mogelijk entresols in de ruimtes aan te brengen. Aan de achterzijde grensde het gebouw aan een expeditiehof en hier waren bedrijfsruimtes en opslag gesitueerd en de toegang voor leveranciers. In het midden van het winkelfront lag de ingang van de kantoren.

De vijf kantoorlagen kregen een plattegrond met een dubbele corridor. Tussen de twee standaardkantoorvertrekken aan de gevels lagen gangen met daartussen de toiletten, trappenhuizen en informele zitjes met vitrines. Enige uitzondering vormde de centrale hal met liften in het midden. Op de bovenste verdieping lag aan de voorgevel een grote kantine met podium, bruikbaar voor lezingen en bijeenkomsten en een dienstwoning. De kantoorvertrekken waren op een stramien van vier meter gebaseerd en met behulp van verplaatsbare wanden waren er verschillende indelingen mogelijk.

En voor de bezoeker aan dit complex van kantoorlokalen is er de verrassing van een werkelijk gehumaniseerd geheel. Oud heeft zich geworpen op het probleem hoe eindeloze gangen te vermijden zijn in een langgerekt kantoorgebouw en vooral hoe een vertrouwdheid kan worden geschapen tussen de employés en de eigen wereld, binnen een zo uitgebreid samenstel van kantoren. Hij vond een hoogst menselijke oplossing, waarin de gangen kort lijken en de eigen etage onmiddellijk herkenbaar is aan de kleur van de deuren.

Mr A.J.J. van Rooij in: de Volkskrant 8 januari 1962

Blauwe geglazuurde baksteen

Het gebouw had voor die tijd bijzonder moderne technische snufjes, zoals ‘zelfdenkende liften’, dubbele beglazing, geavanceerde airconditioning en een grote lichtreclame over de volle lengte van de gevel. De gordijngevel was van zilverkleurig geanodiseerd aluminium. De borstweringen waren van geribbelde aluminium panelen. De vensterstroken en panelen vormden lange horizontale banen in de gevel; ze contrasteerden sterk met de twee belendende gebouwen. Om de zelfstandigheid van het gebouw nog extra te benadrukken waren tegen de zijgevels van die gebouwen vlakken van blauwe geglazuurde baksteen aangebracht. In de eerste schetsen waren die trouwens nog rood. In deze periode ging Oud zich weer meer oriënteren op De Stijl, waar hij voor de oorlog bij betrokken was. Tegen deze gevelvlakken aan weerszijden kwamen twee beelden van Paul Koning (1916-1998), die het beeldmerk van de levensverzekeringsmaatschappij verbeelden: een boomplantende man (de zaaier) en een vruchten plukkende vrouw (de plukker).

Zoals bij Oud gebruikelijk was ook het interieur rijkelijk voorzien van beeldende kunsttoepassingen. Metaalplastieken van César Domela in de hal, een handgeweven kleed van Betty Hubers in de ontvangstruimte, wandschilderingen van Frans Deckwitz in de lunchkamer, een bronzen beeldhouwwerk van Oswald Wenckenbach en twee handgeweven kleedjes van Karel Appel bij de kantine. In het interieur was travertin voor de vloeren, zwart Zweeds graniet voor de trappen en wanden in blauw en geel.

Rotterdam vierde gisteren -21 november- al „Oud en nieuw". Oud-burgemeester prof. mr. P.J. Oud en architect dr. J.J.P. Oud waren bij de opening van een nieuw pand door burgemeester Van Walsum op de Coolsingel, welke nu weer helemaal nieuw is. Het nieuwe kantoorpand van de verzekeringsmaatschappij „Utrecht" sluit de herbouw van de in 1940 gebombardeerde Coolsingel af. „Ik verheug mij" sprak de burgemeester, „dat in mijn ambtsperiode een nieuwe Coolsingel tol stand is gekomen, waar oud-burgemeester Oud nog de eerste maatregelen voor getroffen heeft en dat zijn broer Oud dit nieuwe pand mocht ontwerpen".

De Telegraaf 22 november 1961

Amerikaanse tijdschriften

Voor de Tweede Wereldoorlog behoorde Oud tot de top van de internationale architectuur-avant-garde. Door zijn vooral in de Verenigde Staten nogal verguisde Haagse Shellgebouw was hij deze vooraanstaande positie kwijtgeraakt. Dit aan het werk van Mies van der Rohe verwante verzekeringskantoor betekende geen herstel van zijn positie. Door Oud benaderde Amerikaanse tijdschriften bleken weinig interesse te hebben voor zijn plan. Nederlandse bladen schreven vooral over de techniek. Na het aanvankelijke enthousiasme voor het nieuwe gebouw leidde het een nogal anoniem bestaan. Toch wist Oud zich met deze naoorlogse projecten weer een rol van betekenis in de Nederlandse architectuur te bewerkstelligen.

Anno nu

In 1988 werd de gevel gerenoveerd door Wim Quist. De aluminium borstweringen werden vervangen door natuurstenen panelen. De Utrecht had het gebouw verlaten en het was in gebruik als verhuurkantoor. Het gebouw raakte steeds verder verwaarloosd en de gerenommeerde winkels op de begane grond als Schröder, De Slegte en Gilde Interieur werden vervangen door pop-up stores. In 2015 presenteerde ontwikkelaar Novaform een plan van Klunder architecten voor een complete make-over van de locatie: Nº75 Coolsingel. Een appartementencomplex met commerciële ruimtes op de begane grond en een parkeergarage, waarbij het volume van Ouds gebouw wordt gereconstrueerd en opgetopt met vijf verdiepingen: ‘Het verhaal achter Nº75 Coolsingel gaat terug, helemaal naar 1955. De wederopbouw, een tijd waarin grote stedenbouwkundige ingrepen Rotterdam een nieuw stadshart hebben gegeven. Onderdeel hiervan was het gebouw dat momenteel haar plek aan Coolsingel 75 heeft en naar ontwerp van Architect J.J.P. Oud werd gerealiseerd voor Levensverzekeringsmaatschappij ‘De Utrecht’. Inmiddels, 65 jaar later, is het gebouw op. Nieuwbouw is de enige optie. Maar dan wel nieuwbouw met respect voor oud.’ Een bijzondere interpretatie van het begrip wederopbouw.

Architect
J.J.P. Oud
Period
1954-1960
Location
Coolsingel 75, Rotterdam, Nederland
Subjects
Buildings
Neighborhoods
Inner city
Buildings
Stores Business buildings Gesloopt