• Articles

Corso

04 corso 1961 NL Ha NA 2 24 01 04 0 912 1281

Het Corsotheater wordt half februari in gebruik genomen. Daarmee krijgt Rotterdam niet alleen een nieuwe bioscoop, maar is ook het Stadhuisplein volgebouwd. Het theater heeft twee ingangen, een op het Stadhuisplein en een aan de Kruiskade. Twee brede marmeren trappen leiden van daaruit naar de zaal.

Algemeen Dagblad 17 januari 1961

Kleermaker

De bioscoop Corso was de laatste van de vooroorlogse bioscopen die herbouwd werden. Corso Cinema was in 1928 de nieuwe naam voor de Palace Bioscope Thêatre aan de Coolsingel 41, nadat dit was overgenomen door Aron Chermoek (ook wel Shermok gespeld). Deze Rus was net als de bekendere bioscoopexploitant Abraham Tuschinski op doorreis naar Amerika, in Rotterdam blijven hangen. Ze waren bovendien beiden kleermaker. In 1917 opende Chermoek bioscoop Prinses aan de Schiedamseweg. Corso Cinema werd evenals de bioscopen van Tuschinski verwoest tijdens het bombardement van 1940. Eigenaar Chermoek verging hetzelfde lot als Tuschinski en stierf in een concentratiekamp in 1942. Tussen de laatste voorstelling van het vernielde Corso en de nieuwbouw lagen meer dan twintig jaar.

Exterieur Nix en interieur Wirtz

Omdat de firma Chermoek de financiering niet zelf voor elkaar kreeg werd bij de herbouw samengewerkt met Jogchem’s Theaters uit Amersfoort. Als architect werd het Utrechtse Ingenieurs- en architectenbureau Taen & Nix gekozen. Het ontwerp was van dr.ir. Thomas Nix (1904-1998), terwijl Carel Wirtz (1916-2002) het interieur ontwierp. Wirtz was ook verantwoordelijk voor de interieurs van Luxor, Calypso, Cineac AD, enkele Amsterdamse bioscopen en de rookzaal van de ss Rotterdam. Nix ontwierp ook de Grieks-orthodoxe kerk.

Is de gloednieuwe bioscoop van binnen al een lust voor het oog, van buiten valt al evenveel te bewonderen, aangezien deze tempel der lichte Muze wonderwel past te midden van de vele moderne scheppingen aan de Lijnbaan, als centrum van de wereldstad Rotterdam, het predicaat waarop we maar al te trots zijn.

Architect dr.ir. Thomas Nix heeft van de mogelijkheid om een goed geheel te maken wel degelijk gebruik gemaakt. De rijzige voorgevel aan het Stadhuisplein, gebroken door veel glas, harmonieert voortreffelijk met al de andere gebouwen in deze contreien.

Hier Rotterdam 17 februari 1961

Trapezium

Het ontwerp voor Corso was al in 1954 in grote lijnen klaar. Na een lange voorbereidingstijd ging de eerste paal pas op 15 april 1959 de grond in. Deze werd door een nazaat van Aron Chermoek, kleindochter Aimée Keizer-Chermoek geheid. Het complex bestaat uit twee delen: een blokje met vooral kantoren en de hoofdentree aan het Stadhuisplein en een groot trapeziumvormig bouwdeel langs de Kruiskade. Een bijzonder geschikte vorm voor een filmzaal. De trapsgewijs oplopende zaal lag op de eerste verdieping met de achterwand richting de Kruiskade. Zo konden hier op de begane grond winkels komen. Op de begane grond was verder een ruimte die als dancing en bodega werd gebruikt. Via twee marmeren trappen was de filmzaal bereikbaar.

Projectiescherm van zestien meter

Die zaal bood plaats aan 808 bezoekers en had geen balkon. Er was met een stoelafstand van 95 centimeter veel ruimte voor de bezoekers, wat een luxe was in die tijd. De zaal was aan de projectiezijde twintig meter breed en aan de achterzijde achtentwintig. De projectie was horizontaal, zodat vertekeningen in het beeld tot een minimum werden beperkt. Het projectiescherm van zestien meter breed en zeven meter hoog was net iets kleiner dan bij Cinerama. Met Todd-AO-apparatuur konden zeventig millimeter films worden gedraaid. Het hele theater was met inbegrip van de vestibules en de foyer vanwege de akoestiek bekleed met absorberend materiaal.

De binnenhuisarchitect Carl Wirtz, die speciaal met de verzorging van de zaal werd belast, gaf een vreugderijke en in de onderlinge kleurverhouding stijlvolle aankleding. Feestelijk is de zaal vooral door de zijwanden, die bestaan uit met rood leer beklede, iets naar voren komende vierkanten, welke door een tweezijdige verlichting hun geometrisch accent verliezen en een speelse werking verkrijgen. Daartoe dragen ook bij de aan de onderkant geplaatste decoratieve betimmeringen met hun verschillen in leerbekleding en hun sterke horizontale, naar het doek toegaande werking. De met rood tapijt belegde grond, het donkergrijze welvende plafond, de groene en champagnekleurige bekleding der stoelen, het lichtornament van de achterwand waarin de cabinevensters zijn verwerkt, het voordoek -wit, met een abstracte zwarte tekening- dat de graficus W. Elenbaas ontwierp, het zijn alle factoren, die de zaal een zeer eigen en estetisch overtuigend karakter geven.

Algemeen Dagblad 24 februari 1961

Lichtreclame

Ook het interieur van de foyers was volgens de krantenberichten smaakvol. De foyer was zodanig georganiseerd dat komende en gaande bezoekers elkaar niet in de weg liepen. De gevel aan de Kruiskade was net als die van de ertegenover gelegen bioscoop Thalia geheel gesloten. De 45 meter brede gevel is vrijwel geheel met twee kleuren baksteen bekleed. Smalle banen van witte afgewisseld met brede banen met een grijzige geglazuurde baksteen. Op dit vlak was niet zoals bij Thalia een kunstwerk aangebracht, maar een grafische lichtreclame. Ook was er plek voor de bekende grote geschilderde bioscoopreclames. De kopgevel die boven de laagbouw van de Lijnbaan uittorent werd ook gebruikt voor reclames.

Zowel het uiterlijk als het interieur roept een sfeer op die geheel tegemoetkomt aan de behoeften van het hedendaagse uitgaansleven en aan de verlangens van de moderne bioscoopbezoeker. Er is welhaast geen technisch snufje, dat in dit nieuwe theater niet zijn toepassing vindt. Het oude Corso Theater, dat 350 bezoeker kon herbergen, heeft in de nieuwe bioscoop, met zijn 808 zitplaatsen, een waardige opvolger gekregen. Het nieuwe Corso is een filmschouwburg geworden met een uitstekende projectie, een perfecte geluidsweergave en veel comfort. Moge de Rotterdamse filmminnaar dit initiatief naar waarde weten te schatten. En mogen de families Chermoek en Jogchem er wel bij varen.

J.G.J. Bosman, directeur Nederlandse Bioscoopbond in het openingsprogrammaboekje, over genomen uit: Henk Berg, Over stalles en parket, Rotterdam 1996, p. 91

Asymmetrische entree

De smalle hoge gevel aan het Stadhuisplein vormde het sluitstuk van de bebouwing hier. Verder is het plein vooral met langgerekte horizontale gebouwen omzoomd. Op oude foto’s is de esthetische kwaliteit van deze gevel goed te zien. Het is een asymmetrische compositie met een grote glazen entreepartij en een restaurant/winkelruimte ernaast op de begane grond. Helemaal links was de entree voor de kantoren. De liftschacht bekleed met groen natuursteen vormt een gesloten element in de verder vrijwel geheel transparante gevel. Het rasterwerk van de betonconstructie vormt de basis met iets daarvoor drie kolommen van 22 meter hoogte, die extra plasticiteit aan de gevel geven. De invulling is met glas en glasal borstweringen. Er zijn kantelramen toegepast.

Bioscoop klaverblad

Met de opening van Corso op 23 februari 1961 was het Rotterdamse bioscopenklaverblad compleet: Lumière en Thalia aan de ene zijde en Corso en Luxor aan de andere zijde van de Kruiskade. De officiële entree van Corso was aan het Stadhuisplein, maar vrijwel iedereen gebruikte de entree aan de Kruiskade.

„The Sound of Music" verdwijnt uit Rotterdam. Dat is een opmerkelijk feit, want de succesvolle Amerikaanse film heeft maar liefst 125 weken achtereen in het Corso-theater gedraaid. De Rotterdamse bioscoop heeft hiermee een absoluut Nederlandse record gevestigd. Nooit tevoren draaide een film onafgebroken zulk een lange tijd in één theater. En wat de „Sound of Music" betreft mag Corso bogen op 'n Europees lengterecord. Op 17 december 1965 draaide de film voor het eerst in Corso. In de twee en een half jaar, sindsdien verlopen, hebben zo'n 500.000 mensen de film bekeken.

Het Vrije Volk 14 mei 1968

Sound of Music

De openingsfilm, De Miljonairsdochter met Sophia Loren, werd gelijk goed bezocht. Het meest bekend werd Corso door het jarenlange succes van The Sound of Music. De familiefilm brak alle records. Veel mensen gingen 25, 30 of 40 maal naar de film. Het record aan bezoeken is niet helemaal duidelijk. Een Rotterdamse huisvrouw had de film liefst 123 maal gezien, een zestienjarig meisje 225 keer, alleen op woensdag-, zaterdag- en zondagmiddag, maar de topper was waarschijnlijk Madeleine van Eijk-le Fier Debras, een ouvreuse die gemiddeld drie keer per week beroepshalve meekeek. ‘Bij de laatste voorstelling nog, zo onthult ze met zangerige stem, schoten haar bij zekere scènes de tranen in de ogen.’ In de zomer van 1971 was de film weer terug. In de advertentie wordt gemeld: Een bombardement van brieven en telefoontjes als reactie op onze aankondiging dat wij de meest populaire film ooit vervaardigd na lange tijd weer in roulatie brengen!

In 1974 had Cinerama, waar de film toen draaide, de drie miljoenste bezoeker. Vanaf 2001 werd in het Oude Luxor de meezing Sound of Music georganiseerd.

Anno nu

Zondagnacht 11 juli 1976 wordt het interieur van de bioscoop volledig verwoest door brand. Vermoedelijke oorzaak is een smeulende peuk van een bezoeker van de nachtfilm. In oktober is de verbouwde bioscoop weer klaar, dit keer met een bekleding van wanden en stoelen van onbrandbaar kunststof. Vanaf midden jaren negentig zijn er plannen gemaakt voor de locaties van de bioscopen aan de Kruiskade, die hun functie verloren door de bouw van de Pathé multiplex op het Schouwburgplein. De in 1986 geprojecteerde hoogbouw op de plek van Thalia ging niet door; Thalia werd gerestaureerd en is inmiddels rijksmonument. De 185 meter hoge Luxortoren van René Steevensz op de plek van Luxor en Hotel Centraal ging ook niet door en Luxor werd gerestaureerd. Ook de 150 meter hoge Corsotoren van Hans Kollhoff uit 2005 ging niet door. De plannenmakerij was niet erg gunstig voor het gebouw. Bioscoop Corso werd in 1997 gesloten en vanaf 2001 werd club Off Corso er gezeten, die in 2013 moest sluiten wegens geluidsoverlast. Sindsdien is er een casino in het gebouw. ‘Corso Casino biedt u een fraaie en spannende uitgaansgelegenheid met een gevarieerd aanbod van de nieuwste speel- en casinoautomaten verdeeld over drie verdiepingen,’ aldus de website. Het gedeelte aan het Stadhuisplein is aangemerkt als gemeentelijk monument.

Architect
Taens & Nix
Period
1954-1961
Location
Kruiskade 27-37, Rotterdam, Nederland
Subjects
Buildings Municipal Monuments
Neighborhoods
Inner city
Buildings
Culture