• Artikelen

Zuidpleinflat

In 1949 verrijst aan het Zuidplein een woon-wolkenkrabber naar idee van Van Tijen. Per galerij bestaan er twee tweekamerwoningen met loggia over de gehele breedte en zes driekamerwoningen met een half inpandig balkon. Opzienbarend was de afbouw die van boven naar beneden gebeurde.

Zuidpleinflat

In 1949 was de Zuidpleinflat de hoogste woon-wolkenkrabber van Nederland.

Stadsarchief Rotterdam

Een schoon wooncomplex is uit de zachte Rotterdamse bodem omhooggerezen. Het is het woongebouw, de wolkenkrabber aan het Zuidplein. Het trotse gebouw steekt zijn kop 44 meter de lucht in. Het is de hoogste woon-wolkenkrabber, die Nederland thans heeft. Vergeleken met die aan de Kralingse Plaslaan en de andere aan de dr. De Visserstraat, is deze derde nieuwe schepping, van architect Van Tijen, die ze alle drie op zijn rekening heeft staan, architectonisch een vooruitgang. Het gebouw past harmonisch in de omgeving aan het Zuidplein. Het is, zoals ook architect Van Tijen zich uitdrukte, “geen onverteerbaar brok” geworden. Het slaat de omgeving niet dood. Het is in waarheid een woonoord geworden. Zo zal de bevolking van deze nieuwe flat het ongetwijfeld ook gaan voelen. Met uiterste zorg is er gestreefd naar een bindende oplossing tussen de eisen van goed, ruimtelijk en fris wonen en die van het aesthetisch uiterlijk.

Het Vrije Volk 24 september 1949

Van Tijen

De Zuidpleinflat is het vierde hoge woongebouw dat de Rotterdamse architect Willem van Tijen (1894-1974) realiseerde. Na de Parklaanflat van 1933, de Bergpolderflat van 1934 en de Plaslaanflat van 1938 werd hij in 1939 door de Gemeentelijke Technische Dienst gevraagd voor één van de geplande vijf woonflats in het groen aan de zuidelijke rand van het Zuidplein. Hoogbouw zou je deze woongebouwen van acht verdiepingen tegenwoordig niet meer noemen, maar in 1941 is er al sprake van veertien verdiepingen. En nog steeds zijn er vijf flats gepland, want er is natuurlijk enorme woningnood door de verwoestingen van het bombardement. Er komen woningen voor grote en kleine gezinnen. Volgens de kranten zijn de bestektekeningen voor de flatgebouwen helemaal klaar en de initiatiefnemers willen zo spoedig mogelijk met de bouw van één flatgebouw beginnen. De N.V. Volkswoningbouw was een onderneming van Van Tijen en Auguste Plate, directeur van de Gemeentelijke Woningdienst en voorzitter van de SVZ (Sociale VerzekeringsBank) en een verlicht pleitbezorger van goede volkshuisvesting. Door de oorlogsomstandigheden kwam het project niet van de grond.

Het is de hoogste woon-wolkenkrabber, die Nederland thans heeft.
Zuidpleinflat

In 1948 werd begonnen met de hoogbouw.

Zuidpleinflat

In mei 1948 telde het gebouw al acht lagen.

Stadsarchief Rotterdam, mei 1948
Zuidpleinflat

De 'wolkenkrabber' werd van boven naar beneden afgebouwd.

Bob van Rijn, Stadsarchief Rotterdam, 1948

Realisatie

Na de bevrijding wordt het project in iets gewijzigde vorm en op een andere locatie uitgevoerd. Op 29 april 1947 wordt de eerste paal geslagen. Het woongebouw is uiteraard in hoofdzaak ontworpen door Van Tijen, maar wel als teamwork met andere ontwerpers. Uiteraard werkte hij samen met de jongere Hugh Maaskant, vanaf 1937 zijn compagnon. Tijdens de oorlogsjaren werkte Jaap Bakema ook bij Van Tijen. Diens plek werd bij de uitwerking van het ontwerp door Ernest Groosman ingenomen. Ook Gerrit Rietveld werd in de naoorlogse periode door Van Tijen bij enkele projecten betrokken, waaronder de Zuidpleinflat. Volgens Groosman heeft hij de raamindeling van negen vierkanten bedacht. Van Tijen en Groosman wilden zo groot mogelijke ramen, maar kwamen er met de roedeverdeling niet uit. ‘Maak er negen ruitjes van en zorg dat het middelste open kan voor de ventilatie en de stofdoek.’

De uitvoering van het gebouw baarde ook opzien. Het betonskelet werd ‘op z’n Amerikaans’ van boven naar beneden afgebouwd.
Zuidpleinflat

Interieur van de entree.

Nieuwe Instituut, Van Tijen Archief, 1949
Zuidpleinflat

Huiskamer met in negen vierkanten verdeelde raam.

Nieuwe Instituut, Van Tijen Archief, 1949
Zuidpleinflat

De galerijen werden op bepaalde punten verbreed om ze aantrekkelijker te maken.

Nieuwe Instituut, Van Tijen Archief, 1949
Zuidpleinflat

De trappen en galerijen zijn voorzien van diamantvormig iijzeren hekwerk.

Nieuwe Instituut, Van Tijen Archief, 1949

Uiterlijk

Net als bij de flat aan de Kralingse Plaslaan is een betonskelet gebruikt, dat een prominente rol speelt in het uiterlijk van het gebouw. Het skelet wordt ingevuld met baksteen en glaspuien met houten kozijnen. De balkons en galerijen hebben stalen hekjes. Bij het noodtrappenhuis is gebruik gemaakt van de expressieve mogelijkheden van gewapend beton. De verslaggever van Het Vrije Volk is bij oplevering in 1949 lyrisch: ‘Zie dat fraaie, aangebouwde trappenhuis aan de achterzijde. Het beton slingert zich in speelse wendingen naar omhoog, het hekwerk encadreert de omloop op decoratieve wijze; het ijzersmeedwerk in ruitvorm, een ontwerp, dat eerst nadat er 52 tekeningen waren gemaakt, werd uitgekozen, dartelt met de trap omhoog en men ziet het ook aangebracht langs de galerijen aan de zuidkant van het gebouw, waarop de ingangen der woningen uitkomen.’

Van Tijen was een functioneel architect, met aandacht voor details: ‘De galerijen probeerde ik door plaatselijke verbredingen leefbaar te maken. Op het dak een dakterras met een machtig gezicht op de stad en de havens.’

De uitvoering van het gebouw baarde ook opzien. Het betonskelet werd ‘op z’n Amerikaans’ van boven naar beneden afgebouwd.

Zuidpleinflat

Plattegrond van een tweekamerwoning met een loggia over de hele breedte.

Van Tijen Archief
Zuidpleinflat

De driekamerflat heeft een kleiner balkon.

Van Tijen Archief
Zuidpleinflat
Marlies Lageweg, Platform Wederopbouw Rotterdam, 2022
Zuidpleinflat

Plattegrond waarin de afwisseling in woontypen af te lezen is.

Van Tijen Archief

Indeling

Het gebouw heeft twaalf verdiepingen met 118 woningen. De acht woningen per galerij bestaan uit twee tweekamerwoningen met een breedte van 5,20 meter en zes driekamerwoningen met een breedte van 6,80 meter. De tweekamerwoningen hebben een loggia over de gehele breedte; de driekamerwoningen hebben een half inpandig balkon. Deze differentiatie is duidelijk afleesbaar in de gevel. In de zuidgevel boven de entree bevinden zich steeds twee tweekamerwoningen per verdieping. Oorspronkelijk was hier een vijfkamerwoning gedacht. Van Tijen vond dit een verbetering, want hij vond hoogbouw minder geschikt voor gezinnen met kinderen. Zelf woonde hij met zijn gezin in zijn eigen creaties, eerst in de Parklaanflat en later in de Plaslaanflat, dus hij sprak als ervaringsdeskundige. De bovenste laag werd bestemd voor veertien logeervertrekken. Op het dak was een terras voor alle bewoners. Op de begane grond zijn bergingen en was- en droogruimtes; in de woningen was en is geen aansluiting voor een wasmachine. Aan de oostkant was een gemeenschappelijke tuin, bereikbaar via trappen vanaf de onderste galerij.

Artsen, ingenieurs, hoofdambtenaren, zakenmensen e.d. met hun gezinnen zullen in deze flatgemeenschap samenwonen.
Zuidpleinflat

De entree werd verbijzonderd met dubbelhoge ramen.

Stadsarchief Rotterdam, mei 1950
Zuidpleinflat

De nieuwe bewoners vanaf hun half inpandige balkon.

Stadsarchief Rotterdam, juli 1949

Voorzieningen

In de onderbouw waren diverse collectieve voorzieningen zoals in de woningbouw aan de Vredenoordlaan gedacht: een voorlichtingsbureau, een crèche, een garage voor tien auto’s, een café-restaurant en verder winkels. Door de woningnood en een gebrek aan begrip bij de eerste exploitant kwam van veel van de goede bedoelingen van Van Tijen weinig terecht: ‘het restaurant werd verhuurd aan een bank, de crèche aan een toonzaal voor het gasbedrijf, de extra kamers op het dak werden woningen voor verpleegsters, in de woningen voor alleenstaanden kwamen kleine gezinnen, in de woningen voor kleine gezinnen midden-grote.’

De bouw werd veel duurder dan begroot. In plaats van de geraamde bouwkosten van 1,8 miljoen gulden werd het 2,5 miljoen gulden. Daardoor kwamen de huren veel hoger uit dan aanvankelijk gedacht. In 1941 is er sprake van prijzen van 26- tot 45 gulden per maand; bij oplevering is dit 72 tot 92 geworden. Of de beoogde doelgroep van ‘intellectuelen, vrouwen met een eigen beroep, studerenden, e.d.’ er kwam lijkt twijfelachtig. Het Vrije Volk meldt in 1949: ‘In de 72 drie-kamerwoningen en de 48 twee-kamerwoningen in dit flatgebouw komen gezinnen van wel zeer uiteenlopende nationaliteit te wonen. Men zal Noors, Deens, Spaans, Engels en Nederlands horen spreken. Artsen, ingenieurs, hoofdambtenaren, zakenmensen e.d. met hun gezinnen zullen in deze flatgemeenschap samenwonen.’

Zuidpleinflat

De onderste laag was bedoeld voor collectieve voorzieningen, echter die kwamen er nooit.

Marlies Lagweweg, Platfcrm Wederopbouw Rotterdan, 2023

Anno nu

Van Tijen keek in 1970 terug op zijn werk naar aanleiding van de toekenning van de staatsprijs voor beeldende kunst en architectuur: ‘Ik probeerde een vorm van grootstedelijk wonen te realiseren, die in zichzelf verantwoord zou zijn. Geen schaalloze optelsom van woningen op een dorre onderbouw zoals er nu te hooi en te gras verrijzen.’

Het woongebouw Zuidplein onderging de cyclus die vele gebouwen gaat: langzame achteruitgang, wisseling van bewoners en oplopend achterstallig onderhoud om uiteindelijk begin jaren negentig sterk verwaarloosd voorwerp van speculatie te worden. Maar de hernieuwde aandacht voor de wederopbouwarchitectuur leidde tot renovaties.

In 2010 werd de Zuidpleinflat rijksmonument.

Zuidpleinflat
Marlies Lagweweg, Platfcrm Wederopbouw Rotterdan, 2023
Zuidpleinflat

De metro loopt vlak langs de entrees van Zuidpleinflat.

Marlies Lagweweg, Platfcrm Wederopbouw Rotterdan, 2023
Architect
W. van Tijen i.s.m. H.A. Maaskant en E.F. Groosman
Periode
1940-1949
Locatie
Zuidpleinflat, Zuidplein, Rotterdam, Nederland
Onderwerpen
Rijksmonumenten
Buurten
Tarwewijk Zuid
Gebouwen
Wonen