- Artikelen
Woongebouwen ‘De Zeven Provinciën’
De Zeven Provinciën uit 1955 waren negen woonlagen hoge flats en werden voor het eerst gebouwd voor de lagere inkomens. Twee ervan zijn gesloopt, de rest is onherkenbaar gerenoveerd.

De net opgeleverde provinciënflats, 1956.
Nationaal ArchiefKleinpolder krijgt flats met negen woonlagen
Het woningbouwproject, waarvoor Maandag in de Kleinpolder -tegenover de Delfshavense Schie- de eerste paal wordt geheid, mag gerust een bijzonderheid worden genoemd in de nieuwbouwplannen van Rotterdam. Voor het eerst in Nederland zullen hier volkswoningen in maar liefst negen woonlagen worden gebouwd. In zeven, bijna dertig meter hoge blokken komen 756 woningen en 49 garages.
Het Vrije Volk 4 oktober 1952

Situatieschets van de zeven flatgebouwen.
Bouwkundig Weekblad 1956Woon-wolkenkrabbertjes
Vanaf 1943 werkte de Dienst Stadsontwikkeling aan de uitbreidingsplannen voor Overschie. De traditionele stedenbouw van de jaren dertig wordt losgelaten, zeker als vanaf 1946 Lotte Stam-Beese hoofdontwerper wordt. Aanvankelijk zijn vooral bouwblokken van drie lagen hoog gedacht. Onder invloed van haar meer modern georiënteerde ideeën en de keuze voor systeembouw worden de bouwblokken aan gemeenschappelijke tuinen gesitueerd en worden er voor de afwisseling hogere woongebouwen toegevoegd. Het is al lang een ideaal van veel architecten goede en goedkope woningen in hoogbouw te realiseren, maar de meeste gerealiseerde projecten waren tot die tijd toch voor de middenklasse. Ditmaal lukt het de ontwerpers van de Gemeentelijke Woningdienst, Jan Denijs en Bart Linssen, wel om hoogbouw voor de laagste inkomensgroepen te realiseren. In de pers worden de flats ‘woon-wolkenkrabbertjes’ genoemd. Enkele jaren later werden door dezelfde architecten vergelijkbare flats in Bospolder-Tussendijken gebouwd.

De in aanbouw zijnde Zeven Provinciënflats Stad en Lande en Overijssel aan de Blijvenburgstraat.
Cock Tholens, auteursrechthebbende Lieneke de Boer, Stadsarchief Rotterdam, 15 mei 1954Tot nog toe was de hoogbouw een luxe paardje; het staal- of betonskelet maakte de hele constructie zó duur, dat aan een goedkope huurprijs voor arbeidersgezinnen niet te denken viel. Experimenten om tot een ander bouwsysteem te geraken en de kostprijs te drukken, liepen op een mislukking uit. Ir. Denijs wilde echter de gedachte niet loslaten, dat een oplossing dicht bij de hand lag. Hij keerde daarom terug tot het principe van de normale woningbouw.
Hij dekte het huis af met een zware plafond-betonplaat, die een overspanning kreeg van 6,25 meter en een dikte van 17 cm. Hierop stapelde hij nu negen gelijkvormige verdiepingen, steeds gedragen door sterke vloeren van beton. Om het populair uit te drukken: hij deed niet anders dan ’n aantal schoenendozen met versterkte bodem op elkaar te zetten.
Zeeuws Dagblad 27 juni 1953

Vier van de zeven provinciënflats langs de Schie, 1958.
Stadsarchief RotterdamLoggia
De zeven identieke gebouwen hebben elk negen woonlagen en bevatten elk in totaal 108 woningen. 99 driekamerwoningen en 9 tweekamerwoningen. De driekamerwoningen hebben een douchecel met wasbak; de tweekamerwoningen, bedoeld voor bejaarden, hebben een gecombineerde douche met toilet, voorzien van een emaillen zitbad. De woningen hebben een loggia aan de westgevel met een bergkast en een kolenkit; aan de oostgevels zijn galerijen. Elk gebouw is toegankelijk via een gemeenschappelijke hal. Er zijn twee liften en een hoofd- en een noodtrappenhuis. In de onderbouw zijn 7 garages, 118 bergingen en een ruimte voor een hydrofoorinstallatie gesitueerd. Een hydrofoor is een pompinstallatie die de druk op de waterleiding regelt. Elke flat had een huismeester. De gebouwen worden omgeven door openbaar plantsoen. De entreehallen zijn versierd met een mozaïekvloer naar ontwerp van de kunstenaar Luigi Di Lerma. Ook de betegelde trappaal is een bijzonder element. In één flat is een muurschildering bij de liften.
In de flat Stadt en Lande waren in het trappenhuis reliëfs van -vermoedelijk- Louis van Roode aangebracht. In de flat Hollandt waren beeldhouwwerken in het trappenhuis. Volgens een krant is ook aan de afwerking veel aandacht besteed: ‘door de toepassing van geelgekleurde mortel tussen de voegen (werd) een aesthetisch effect bereikt.’

Mozaïekvloer in de hal, nog in twee flats aanwezig.
Bouwkundig Weekblad 1956Om het de leveranciers makkelijk te maken komen in elke hal een tiental telefoons te staan, waarmee de groenteman mevrouw Jansen kan bereiken en kan informeren of meneer Jansen morgen spruitjes zou believen. Kolenboeren vinden een speciaal wagentje, dat ze in de lift kunnen rijden en waarmee ze op de galerijen en voor de huisdeuren kunnen komen. Deze enorme huizencomplexen gaan dus wel volledig stadjes op zich zelf vormen. Het is dan ook de bedoeling, dat elk van de zeven blokken een eigen naam krijgt.
Het Vrije Volk 4 oktober 1952
Plaquette
April 1954 is het eerste woongebouw klaar en betrekken de eerste negen bewoners hun woning in gebouw ‘Utrecht’. Al iets eerder had meubelmagazijn De Klerk een modelkamer ingericht. De stichtingskosten van het project liggen rond de 11 miljoen gulden (€ 5 miljoen). De gemiddelde weekhuur was f 12,60 (€5,72) opgebouwd uit f 8,85 kale huur en f 1,30 als vergoeding van installaties als liften, huistelefoon, e.d., f 2,45 voor waterverbruik, en servicekosten. De huurprijs van de garages was f 5,75 per week.
Rond Opbouwdag 1956 wordt het inmiddels voltooide complex getoond aan woningbouwspecialisten uit het hele land. Wethouder Meertens onthult een gedenkplaat aan de gevel van het gebouw ‘Hollandt’, een plaquette met de wapens van de zeven provincies waarnaar de flats zijn genoemd. Deze plaquette is niet meer aanwezig.

Inrichting modelwoning.
Stadsarchief RotterdamB. en W. hebben besloten de zeven hoge woongebouwen in Kleinpolder West elk een naam te geven. Deze namen zullen bij adressering geen rol spelen. De straatnaam en de nummering van de woningen blijven normaal gehandhaafd. De benaming dient alleen als onderscheiding voor deze woongebouwen van bijzondere structuur. De namen zullen worden ontleend aan de provincies van de Republiek der Verenigde Nederlanden en wel in de spelling zoals zij in de resolutiën van de Staten-Generaal omstreeks 1700 werden gebezigd. Aldus luiden zij: Hollandt, Zeelandt, Gelderlandt, Utrecht, Over-IJssel, Vrieslandt en Stadt en Lande. De verdeling van deze namen over de flats zal nog nader worden geregeld.
Algemeen Handelsblad 15 oktober 1954

Luchtfoto, 1960.
Stadsarchief RotterdamZeven architectennamen
Verschillende ideeën voor de naamgeving zijn de revue gepasseerd. De namen van zeven rivieren, zeven leden van het Koninklijk Huis, zeven architectennamen, maar geen van die voorstellen werd aanvaard door B&W. Uiteindelijk kwam de straatnamencommissie met het idee voor de zeven provinciën. Van de zeven flats zijn er twee gesloopt; de resterende vijf flats kregen bij een opknapbeurt rond 2005 een op de provincienaam geïnspireerde wandschildering in de hal.

Drie van de vier zuidelijk gelegen flats, 1964.
Stadsarchief RotterdamNiet alleen de Nederlandse driekleur, maar ook de Union Jack wapperde van menige vlaggestok. In een nerveuze spanning wachtten voor de flat “Stadt en Lande” in de Blijvenburgstraat te Overschie vele honderden kijkers. Wekenlang was het een “geheim”, waarover iedereen in Overschie sprak: de beide vorstinnen zouden een bezoek brengen aan een woning in één van de flats; vanmorgen vroeg werd pas bekend, welk gezin was uitverkoren. De heer en mevrouw L.J. Dodemont met hun anderhalfjarig zoontje Paul, bewoners van een twee-kamerwoning op de eerste galerij, kregen vanmorgen ruim een kwartier lang koningin Elizabeth en koningin Juliana, als ook de prinsessen Beatrix en Irene op bezoek.
De Maasbode 27 maart 1958

Entree flatgebouw Utrecht.
Bouwkundig Weekblad 1956Klein
Op 27 maart 1958 bezocht koningin Elisabeth Nederland. In gezelschap van koningin Juliana en de prinsessen Beatrix en Irene werd een nieuwbouwwoning in een van de provincieflats in Overschie bezocht. Kennelijk werden deze woningen als representatief voor de wederopbouw van Nederland gezien, maar het was ook wel handig dat ze op de route lagen tussen het Waterloopkundig Laboratorium in Delft en het centrum. Koningin Elizabeth verklaarde de woning heel aardig te vinden, maar wel wat klein.
Een buurpraatje over de slecht-trekkende schoorsteen kan onvermoede gevolgen hebben. In Overschie bijvoorbeeld heeft zo'n buurpraatje geleid tot het ontstaan en bloeien van de flatvereniging “De Zeven Provinciën" -de hecht georganiseerde belangengemeenschap van honderden gezinshoofden-flatbewoners.
Het Vrije Volk 1 september 1962
Bewonersvereniging
De zeven flats zijn weliswaar niet in een nieuw industrieel bouwsysteem met de nodige kinderziektes gerealiseerd, maar er waren toch wel de nodige technische problemen. Vanwege de kosten was er geen centrale verwarming aangelegd, maar had elke woning één kolenkachel. De kachel was in de woonkamer, dichtbij de zuidwestgevel. De schoorstenen konden niet worden gemetseld, maar werden uit betonelementen opgebouwd. De schoorstenen bleken slecht te trekken. Er werd een TNO-onderzoek uitgevoerd en rotorkappen op de schoorstenen gezet, maar de klachten bleven. Dit was de reden voor enkele bewoners de krachten te bundelen om hun klachten meer gewicht te geven en een bewonersvereniging op te richten. 552 gezinshoofden (van de 756) waren lid, tegen een maandelijkse contributie van anderhalve gulden. De vereniging had een eigen mededelingenblad. Toen de technische problemen uit beeld verdwenen, ging de vereniging verder met het organiseren van activiteiten zoals het sinterklaasfeest, een kinderoptocht op Koninginnedag, bus- en boottochten, een ‘interflat-babysitcentrale’ en verbetering van de woonomgeving met bankjes, papierbakken en speelplaatsen.

Omslag van het orgaan van de Flatvereniging "Zeven Provinciën".
Stadsarchief Rotterdam
Introductietekst van het orgaan van de Flatvereniging "Zeven Provinciën".
Stadsarchief RotterdamAnno nu
In 1989 wil de gemeente drie van de vier zuidelijke Provinciënflats slopen. Op deze locatie moeten bedrijven en koopwoningen komen. De in 1984 opgerichte Bewoners Organisatie Overschie, enigszins militant afgekort tot B.O.O.S. weet sloop te voorkomen en de flats worden gerenoveerd door architectenbureau Bouwprogram. Daken en gevels zijn geïsoleerd, er zijn nieuwe ramen gekomen, de loggia’s zijn inpandig gemaakt en galerijen, trappen, liften en entrees zijn vernieuwd. De woningen hebben centrale verwarming, een nieuwe keuken en een nieuwe wc/douche gekregen.
De drie noordelijke flats zijn als eerste aangepakt en later volgden ook de vier zuidelijke. Twee flats zijn gesloopt: Stadt en Lande en Over-IJssel. Het uiterlijk van de flats is door de renovatie met buitengevelisolatie en kunststof kozijnen nogal drastisch veranderd, waardoor het oorspronkelijke uiterlijk vrijwel verdwenen is.