- Artikelen
Woongebouw 'De Plantage'
Het pensioenfonds van Unilever liet architect Fiolet een woongebouw ontwerpen dat als luxueuze hoogbouw aan een plantsoen de boeken inging. Het gebouw staat nog steeds aan een Kralingse parkje en is tegenwoordig gemeentelijk monument.
Aan de Robert Baeldestraat in Kralingen gaat een flat verrijzen, die elf etages boven het onderhuis gaat krijgen. Er komen 66 woningen in. Rondom de flat komt een plantsoen. De voorgevel van het gebouw is 65 meter lang en de totale hoogte 35 meter. In het onderhuis zijn de bergruimten ondergebracht. Er vlakbij komt een laagbouw waarin 14 garages zijn geprojecteerd. Over enkele weken wordt de eerste paal geslagen. Het gebouw is ontworpen door het architectenbureau W.J. Fiolet. Van Vliet en Van Dulsts Bouwbedrijf gaat het zetten in opdracht van de N.V. Progress, het pensioenfonds van de Unilever.
Het Vrije Volk 1 september 1955
Vlaggenschip Pensioenfonds
Op 13 september 1955 werd de eerste paal geslagen voor het flatgebouw ‘De Plantage’. Daarvoor was ir. J. Rutgers, directeur van de Dienst van Stadsontwikkeling en Wederopbouw, gevraagd. Deze was vol lof over dit project, dat hij als een goede bijdrage zag aan de oplossing van de woningnood, aartsvijand nummer één. Directeur F.W. Lieuwen van Progress was op zijn beurt weer vol lof over de medewerking van Stadsontwikkeling. Hij noemde het project het vlaggenschip van het pensioenfonds.
Het gebouw heeft elf etages met 44 drie- en 22 vierkamerwoningen. In een onderbouw liggen de bergingen en garageboxen, die in een apart bouwdeel loodrecht op het gebouw liggen. De zo ontstane haakvorm omsluit een gemeenschappelijke tuin. De aangrenzende doodlopende straat heet Van Traaplaats; de ontwerper van het Basisplan kreeg hiermee in 1980 wel een zeer bescheiden straatje.
Halfinpandige balkons
Het gebouw ligt aan de naamloze brede groenstrook die centraal in het nieuwe Kralingen werd aangelegd. De woningen zijn georiënteerd op die groenstrook, met de balkons op het westen. De balkons zijn half inpandig. De galerijzijde aan de oostkant grenst aan de gemeenschappelijke tuin. De bovenste, elfde verdieping ligt iets terug aan beide zijden, waardoor hier een doorlopend balkon is ontstaan. Ook de eerste verdieping heeft zo’n doorlopende balkonstrook. Oorspronkelijk was het gebouw evenwijdig aan de Gerdesiaweg geprojecteerd, maar op verzoek van Stadsontwikkeling is het evenwijdig met de Willem Ruyslaan gelegd. Vanwege het uitzicht, dat echter de eerste jaren ontsierd werd door enkele gashouders.
De hoofdentree ligt aan de zuidzijde in een aparte laagbouw aansluitend op de garageboxen. Hier zijn de liften en het hoofdtrappenhuis, dat als een glazen element uit het gebouw steekt. Aan de noordzijde is een noodtrappenhuis. De woningen aan de zuidgevel hebben extra ramen en balkons.
Vuilnisemmertransportinstallatie
De woningen worden luxueus ingericht. Een keuken met een roestvrij stalen aanrecht, een ingebouwde koelkast en een elektrische boiler en voorts nog een badkamer maken deze flats zeer aantrekkelijk. In elke woning komt aansluiting voor AF, FM en televisie. De vloeren in de vertrekken worden naadloos bekleed. Ten gerieve van de huisvrouw komt er een vuilnisemmertransportinstallatie. De verwarming van het pand zal centraal geschieden.
Rotterdam Bouwt 1956/1957 2-3
Luxueuze hoogbouw
Het was na de kort voor de oorlog gerealiseerde Plaslaanflat de tweede hoogbouw van Kralingen. Korte tijd later werden de plannen voor hoogbouw aan de Kralingerhout concreet. Beide woongebouwen zijn zeker voor de jaren vijftig luxueus uitgevoerd en daarmee dus goed passend in Kralingen. Hoogbouw werd aanvankelijk niet gezien als oplossing van de woningnood. Er waren nog geen plannen voor grootschalige hoogbouwwijken , maar vrijstaande hoge gebouwen werden vaak als stedenbouwkundig accent gebruikt. Zowel in nieuwbouwwijken als Pendrecht als in de bestaande stad kwamen zulke stedenbouwkundige accenten, die een oriëntatiepunt vormden. Doelgroep waren kleine, veelal kinderloze gezinnen, maar in de praktijk kwamen door de woningnood toch veel gezinnen met kinderen in de flats terecht. De huurders waren allen in dienst (geweest) van Unilever. In de kranten is sprake van de ‘eerste na-oorlogse torenbouw’, hoewel het naar huidige begrippen met elf verdiepingen nauwelijks hoogbouw is.
Productieve architect
W.J. Fiolet (1917-1978) is geen al te bekende naam in de Rotterdamse architectuur, maar hij behoort tot de meest productieve architecten van de wederopbouw. Hij realiseerde een enorme hoeveelheid woningbouwprojecten, bedrijfsgebouwen en vrijstaande woonhuizen. Vaak kleine projecten in Schiebroek en Hillegersberg, maar ook het Savoy Hotel en Una Sancta. Zijn belangrijkste werk is dit woongebouw in Kralingen. Zijn werk wordt gekenmerkt door een fijnzinnige detaillering en materialisering. Hier bijvoorbeeld de geprefabriceerde betonnen balkonhekjes en borstweringen en de decoratieve onderbouw, met afwisselend gele verblendsteen en betonnen vloerbanden. Ook het blok woningen met bedrijfsruimtes aan de overkant van de Robert Baeldestraat (nrs. 30-64) is in dezelfde tijd (1954-1956) ontworpen door Fiolet.
Anno nu
Het woongebouw is gemeentelijk monument. De architectuur is nog grotendeels intact. Wel is de entree met glaswanden dichtgezet. De woningen zijn inmiddels verkocht aan private partijen en bewoners. Ze gaan snel van de hand en voor een driekamerappartement van 77-79 m2 betaalde men in het najaar van 2020 rond de 275.000 euro. Stedenbouwkundig is de situatie drastisch veranderd. De groenstrook is grotendeels volgebouwd eind jaren zeventig; er rest nog slechts een klein groengebied met waterpartij.
- Architect
- W.J. Fiolet
- Periode
- 1955-1957
- Locatie
- Robert Baeldestraat 61-219, Rotterdam, Nederland
- Onderwerpen
- Gem. Monumenten
- Buurten
- Kralingen
- Gebouwen
- Wonen
- Objecten
- Robert Baeldestraat 061 t/m 219 (oneven)