- Artikelen
Winkelcentrum De Lijnbaan
De Lijnbaan was na de oorlog een revolutie op stedenbouwkundig gebied. In plaats van winkels met woningen erboven aan weerszijden van een verkeersstraat, zoals bij de Hoogstraat, lagen de winkels aan voetgangerspromenades.
Ik ben zo razend verliefd op een straat, da’s die Lijnbaan
Als het mooi weer is dan houdt er geen mens me in huis
Zie hoe haar bloemen,
En kooitjes, parkietjes, daar fijn in het zonnetje staan
O, o, o, die Lijnbaan
O, o, o, die Lijnbaan
Op de wijs van Delilah van Tom Jones maakte de Rotterdamse cabaretier Dorus (Tom Manders) in 1968 een loflied op de Lijnbaan. Al vanaf de opening op 9 oktober 1953 vormt dit nieuwe winkelgebied het centrum van de wederopbouwstad. De Lijnbaan was na de oorlog een revolutie op stedenbouwkundig gebied. In plaats van winkels met woningen erboven aan weerszijden van een verkeersstraat, zoals bij de Hoogstraat, lagen de winkels aan voetgangerspromenades. Ze werden bevoorraad vanuit expeditiestraten aan de achterzijde en de woningen zijn in aparte blokken gesitueerd, de Lijnbaanflats. Omdat elke buitenwijk in Nederland in de jaren zestig een verkeersvrij winkelcentrum kreeg, lijkt het origineel nauwelijks meer bijzonder. Maar de Lijnbaan wordt door velen toch gezien als het innovatieve hoogtepunt van de Wederopbouw van Rotterdam.
Het was maar een doodgewone dreun en niemand in de binnenstad zal er enige aandacht aan besteed hebben. En toch was die klap op de eerste paal, die tussen de (vroegere?) Lijnbaanstraat en de Coolsingel in de grond werd gejaagd een bijzonder belangrijk begin. Die paal is immers één van de 750 palen, die het nieuwe Winkelcentrum van 66 bedrijven zal schragen. Het grootste complex, dat tot dusver in de binnenstad als één geheel werd aanbesteed. Het bestuurslid van de Stichting Winkelcentrum, de heer E. Liffmann: "Dit grote werk zal er toe bijdragen het hart van Rotterdam weer krachtig te doen kloppen."
Het Vrije Volk 19-07-1952
Noodwinkels
De totstandkoming van de Lijnbaan verliep minder vlot dan dit krantenbericht doet vermoeden. In de Wederopbouwplannen was weliswaar vanaf het begin een nieuw winkelgebied ten westen van het oude centrum gedacht, maar dit kreeg pas gaandeweg deze bijzondere vorm. Al waren er, naar een idee van Witteveen, wel een soort expeditiehoven gedacht, verder waren het gewone bouwblokken met winkels en woningen erboven aan gewone straten. Het winkelgebied was bedoeld voor de winkels die voor de oorlog aan de Noordblaak zaten. Zij wilden graag weer samen op één plek komen. De winkeliers hadden goede ervaringen met het noodwinkelcomplex aan de Jongkindstraat. Ook de ervaring met verzamelgebouwen waren positief. Hierdoor waren de winkeliers die bij het bombardement een eigen pand hadden verloren te interesseren voor een gezamenlijk winkelcomplex.
Het is niet honderd procent duidelijk wie uiteindelijk het idee voor de opzet heeft bedacht, de stedenbouwkundigen van het ASRO of de architecten van Van den Broek en Bakema. In de brochure Bouwvormen in de binnenstad uit 1946 had Van den Broek een aantal varianten voor winkelstraten gepresenteerd. Eén van die varianten was het concept voor de Lijnbaan.
Bij de uitwerking door architectenbureau Van den Broek & Bakema werd de revolutionaire, maar nu zo vanzelfsprekend ogende opzet met enige moeite door de 66 verenigde winkeliers geaccepteerd. Een uitgebreide maquette schaal 1:100 deed de aanvankelijke weerstand omslaan in enthousiasme.
Honderden nieuwsgierige Rotterdammers zijn gisteravond door de Lijnbaan getrokken, zonder een winkel te hebben gezien. Dat waren dan de ongelukkigen, die, eenmaal bij bosjes van tien door de politie toegelaten, in het midden van de mensenstroom belandden en zo -willoos en zonder pardon- voetje voor voetje mee werden gedrongen. Tot aan 't andere einde van de Lijnbaan. Het was ongelofelijk, zo druk als het was. Is er nog iemand, die twijfelt aan de belangstelling van de Rotterdammer voor zijn nieuwe stad? Heel de binnenstad profiteerde ervan mee. Maar de Lijnbaan was het middelpunt, de grote trekpleister.
Het Vrije Volk 10-10-1953
Voetgangersgebied
De vooroorlogse Hoogstraat was 9 meter breed en voorzien van een rijbaan in het midden; de Lijnbaan is 12 tot 18 meter breed en alleen toegankelijk voor voetgangers. Doordat er geen woningen boven de winkels kwamen is de bebouwing relatief laag en heeft het winkelcentrum een meer horizontale uitstraling. Dat wordt versterkt door de luifels, als beschutting tegen zon en regen, voor de winkels. Op kruisingen en bij de entrees zijn oversteekluifels aangebracht. In de Korte Lijnbaan ontbraken de luifels aan één zijde vanwege het zicht op het stadhuis. Er werd veel zorg besteed aan de aankleding van de ruimte met beplanting, beeldhouwwerken, eilandetalages en aanvankelijk ook volières.
Heeft u al geLijnbaand?
Uitgangspunt bij het ontwerp van de winkels is een flexibele opzet en een uniforme, neutrale architectuur. Er zijn twee basistypen, het normaaltype en het entresoltype. Het normaaltype heeft twee winkelverdiepingen. Het entresoltype heeft twee lagen aan de voorzijde en drie aan de achterzijde in een splitlevel-opzet. Door het al dan niet benutten van de kelder zijn allerlei indelingsvarianten mogelijk.
Het hele plan is gebaseerd op een maatsystematiek van 1,10 meter in de langsrichting en 1 meter in de dwarsrichting. Ook in de bestrating was die module van 1,10 meter doorgevoerd. De gevels zijn opgebouwd uit geprefabriceerde betonnen stijlen en borstweringselementen. De begane grond wordt gedomineerd door grote glaspuien en etalages. De gevels erboven zijn neutraal en onopvallend. Aan begin en eind van de Lijnbaan was in moderne schreefloze letters het woord Lijnbaan op een luifel aangebracht. Aanvankelijk waren de winkeliers fel tegen deze naam, verwijzend naar de touwslagerij die hier ooit was gesitueerd. Zij verkozen de naam Promenade. Maar de Lijnbaan werd al snel een begrip en men adverteerde later zelfs met de slogan: heeft u al geLijnbaand?
Aanvankelijk waren de winkeliers fel tegen de naam Lijnbaan, verwijzend naar de touwslagerij die hier ooit was gesitueerd.
The effect of the Lijnbaan is warm, lively, almost gay: the daylight, the waving flags, the delicate acacia trees, the rectangular flower beds, the occasional benches, even a glass-enclosed café area plump in the middle of the mall -and, not least, the human figures, moving in and out between the shadows of the covered way and the open sunlight, in an area that is entirely their own. The unity and harmony of all this delight the eye, with just the right combination of the artful and the natural, the intimate detail and the clear over-all pattern.
Lewis Mumford - A Walk Through Rotterdam, The New Yorker, 12 oktober 1957
Uitbreiding
Tussen 1949 en 1953 was het eerste deel van de Lijnbaan gebouwd: de Korte Lijnbaan tussen Schouwburgplein en Coolsingel kruist de lange Lijnbaan tussen Weena en Van Oldenbarneveltstraat. Tussen 1967 en 1970 werd de Lijnbaan doorgetrokken naar de warenhuizen aan het Binnenwegplein, mogelijk geworden door de sloop van het restant van het Coolsingelziekenhuis. Er zijn twee pleinen: het Stadhuisplein in het eerste deel en het Lijnbaanplein in het tweede deel. Het Stadhuisplein is formeel geen onderdeel van de Lijnbaan; de bebouwing is door andere architecten ontworpen.
In het bruggebouw zat het Lijnbaancentrum, een laagdrempelige tentoonstellingsruimte. In de kelder eronder kwam een bioscoop, die later tot jazzclub Thelonious werd verbouwd.
Rond het Lijnbaanplein waren enkele grotere winkels gesitueerd en de overgang naar het Binnenwegplein was in de vorm van een bruggebouw, waarin het Lijnbaancentrum kwam, een laagdrempelige tentoonstellingsruimte. In de kelder eronder kwam een bioscoop, die later tot jazzclub Thelonious werd verbouwd. Behalve Van den Broek en Bakema hebben ook andere architecten gedeeltes van het winkelcentrum ontworpen; verschillende architecten verzorgden de gebouwen aan weerszijden van het Stadhuisplein en C. Elffers ontwierp Ruteck’s op de noordoosthoek van het kruispunt. De oostkant van het laatste stukje Lijnbaan richting het Weena is onderdeel van het Thaliacomplex van Hendriks.
Lijnbaanjongeren
Eind jaren vijftig zijn er verschillende relletjes met de zgn. Lijnbaanjongeren, een “vrij grote groep hinderlijk samenscholende jongelui” die door de politie worden ingerekend. In 1960 verschijnt de roman Lijnbaan-Djungel van John den Admirant, over de “cafetaria- en scooterjeugd”, verslaafd aan jazz en verdovende middelen, die zich verzamelt in “nozem-café De Arabier, nabij de Lijnbaan in Rotterdam”. Daarmee werd koffiebar De Turk tegenover ijssalon Capri bedoeld. Eind jaren tachtig was de Lijnbaan opnieuw het toneel van relletjes, toen voetbalsupporters de boel onveilig maakten en rivaliserende jeugdbendes hun vetes er kwamen uitvechten.
Anno nu
De respectabele winkels van het eerste uur zijn door de hoge huren langzaam maar zeker verdrongen door discountzaken en fast-foodrestaurants. Door de concurrentie van overdekte winkelcentra als Zuidplein en Oosterhof verminderde de populariteit van Rotterdams Fifth Avenue. Eind jaren tachtig waren er plannen de Lijnbaan te overkappen. Ontwerpen van OMA in combinatie met Ove Arup & partners in 1987 en door de Engelse architectenbureaus Derek Walker en de Conran Design Group in 1988 werden met enthousiasme ontvangen, maar toen de bouwkosten bekend werden, zag de winkeliersvereniging ervan af. Wel wordt er van alles verbouwd en vernieuwd: de luifels, de bestrating, de gevels.
Rond 2005 waren er zelfs plannen de Lijnbaan en de Lijnbaanflats grotendeels te slopen. Doordat het ensemble op 19 februari 2010 door Minister Plasterk werd aangewezen als Rijksmonument is sloop afgewend. De Lijnbaanletters keerden terug en architect Robert Winkel (Mei architecten) restaureerde een winkelpand wat resulteerde in de restauratie van het rijksmonumentale gedeelte. Echter, het tweede deel van de Lijnbaan, dat niet beschermd is, is zelfs deels gesloopt voor het Forumcomplex van OMA/De Jonge. Ook winkelpand Jungerhans moest eraan geloven, maar is semi-herbouwd. Volgens de gemeente is alleen het oorspronkelijke deel van de Lijnbaan immers rijksmonument. Het Lijnbaancentrum werd in 1984 gesloten en is in 2018 afgebroken, de jazzclub Thelonious sloot in 1992. Het verlaagde niveau werd afgesloten en er zijn hier nu gewoon winkels.
- Architect
- Van den Broek & Bakema
- Periode
- 1949-1953
- Locatie
- Lijnbaan, Rotterdam, Netherlands
- Onderwerpen
- Rijksmonumenten
- Buurten
- Centrum
- Gebouwen
- Winkels
- Objecten
- Lijnbaan 056 t/m 094 (even), Lijnbaan 051 t/m 091 (oneven), Korte Lijnbaan 002 t/m 028 (even), Korte Lijnbaan 001 t/m 025 (oneven), Hennekijnstr. 017; 035 en 037, Kruiskadehof 026; 036, Zoutmanstr. 021, Aert van Nesstr. 034 en Van Ghentstr. 020