- Artikelen
Warenhuis Ter Meulen - Wassen - Van Vorst
In 1951 verrees aan het Binnenwegplein een pand van bijna honderd meter lang waarin de firma's Ter Meulen, Wassen en Van Vorst gevestigd waren. De drie winkelbedrijven waren gevestigd in het noodwinkelcomplex Dijkzigt. In het nieuwe pand kwamen ze samen onder één dak en waren onderling verbonden door wegneembare glazen tussenwanden.
Een pand van bijna honderd meter frontbreedte gaan de samenwerkende firma's Ter Meulen, Wassen en Van Vorst bouwen tegenover het pand van Piet van Reeuwijk, dat met zijn rood stalen frame aan de Binnenweg bezig is uit te grond te verrijzen.
Op die plaats zal het nieuwe winkelcentrum achter de Coolsingel zijn startpunt vinden.
Prijzenswaardig is de samenwerking dezer drie winkelbedrijven. Want dit pand waarin elk zijn eigen bedrijf kan uitoefenen, wordt een combinatiepand, een fraaie eenheid in de hartstreek van het winkelcentrum, dat een pleinverbreding van de straat tot 30 m, zal overheersen. Voorlopig wordt het drie verdiepingen hoog, een vierde verdieping wordt „voor beter bouwtijden" in reserve gehouden. De panden onder één kap zullen onderling verbonden kunnen worden door wegneembare glazen tussenwanden. Om zo te zeggen: men kan er bij Ter Meulen gelijk een Adam of een Eva binnenlopen om gekleed en geschoeid, voorzien van alle mannelijke of vrouwelijke benodigdheden, als een keurig burger of burgeres het grootste schoenenmagazijn van Nederland, dat van Van Vorst te verlaten.
Het Vrije Volk 19 januari 1949
Drie in één
Het was een gedurfde onderneming, om met drie winkels gezamenlijk een nieuw gebouw te ontwikkelen. Maar het bleek een succes. De drie samenwerkende winkels hadden met elkaar in het noodwinkelcomplex Dijkzigt gezeten. Ter Meulen en Wassen waren zelfs buren geweest. De drie waren voor de oorlog op verschillende plekken gehuisvest. Ter Meulen had in 1921 een nieuw eigen warenhuis in de Hoogstraat geopend. Een winkel met 32 afdelingen op drie verdiepingen met 100 man personeel. Hendricus Bernardus Johannes ter Meulen was niettemin klein begonnen. Op 26 september 1897 opende hij een manufacturenwinkeltje op de hoek van de Nieuwe Markt en de Halstraat. Zijn strategie was volledig gericht op lage prijzen, bijzondere partijen goederen en opvallende advertenties. In 1925 overleed Ter Meulen onverwacht, een vrouw en tien kinderen achterlatend. Zijn weduwe zette de NV door en in 1936 kwam Ernst ter Meulen in de directie. Frans Wassen had een speciaalzaak in babykleding en damesconfectie en zat sinds 1929 aan de Goudsesingel. J.J. van Vorst startte al voor 1850 een schoenenwinkel in Rotterdam. In 1940 had het bedrijf drie filialen. Ten slotte werd Martin’s cafetaria erbij gevraagd; die was in 1938 gestart aan de Coolsingel.
Er is openheid in dit gebouw. Het is als een open karakter van een eerlijk mens. Het verbergt niets. Men herkent het onmiddellijk. Strakke lijnen, horizontaal, die de verdiepingslagen markeren. Geen zware muren, die de constructie moeten schragen, maar het geheel gedragen op en om de betonkolommen, terwijl af en toe hele bouwdelen in de lucht schijnen te hangen. Toch is dit geen glaspaleis geworden. De glaspartijen zijn op gelukkige wijze doorbroken met muurdelen, die met hun gedeeltelijke bedekking van glazuursteen een kleurige afwisseling geven. Er gaat kracht uit van dit gebouw, maar het is geen dreigende kracht, niet die van een fabriek of van een kazerne. Er is geen valse traditie, geen moeheid in dit pand. Zo ongeveer moet u het wel zien, zo ongeveer uw indrukken kunnen ordenen. Veel vaktermen kan men dan gerust achterwege laten.
Onze stad heeft er een waardevol aantrekkingspunt bijgekregen.
Het Vrije Volk 1 maart 1951
Glaswanden
Het nieuwe gebouw voor de drie firma’s wordt ontworpen door architectenbureau Van den Broek en Bakema dat in deze periode ook aan de Lijnbaan werkt. Jo van den Broek is op studiereis in de Verenigde Staten geweest, maar een compleet gesloten warenhuis met alleen kunstlicht, zoals daar de nieuwste trend is, wijst hij af. De gesloten gevelvlakken worden voorzien van glazen bovenlichten en af en toe is er een groot glasvlak in de gevel. De begane grond is één grote etalage.
Het gebouw is langgerekt, 100 meter lang en 29 meter diep, zodat de drie winkels elk een eigen winkelfront hebben. De entrees van de winkels zijn duidelijk gemarkeerd door een fors verticaal glasvlak. De winkels zijn intern van elkaar gescheiden door grote glaswanden. Er zijn drie verkooplagen: de kelder en twee verdiepingen, verbonden door trappen, roltrappen en liften. De bovenste laag was voor dienstvertrekken als magazijnen, kantoren en kantines. Al bij de bouw was rekening gehouden met een extra verdieping, zodat er een vierde verkooplaag mogelijk zou zijn. De verdiepingen waren zo hoog, dat er aan de achterzijde een tussenverdieping kon worden aangebracht voor de dagmagazijnen, kantoorruimte en diensttrappenhuizen.
Het complex was als betonconstructie uitgevoerd met zo weinig mogelijk kolommen. Aan de oostkant was een tussenvloer aangebracht, voor Martin’s cafetaria. Deze tearoom had een balkon en een eigen entree.
Ter Meulen
In 1954 was Ter Meulen een postorderbedrijf begonnen. Een gedeelte van hun opslag was in de RAC-garage. In 1969 kwam er een eigen magazijngebouw in de Spaansepolder. Het warenhuis floreerde in de jaren zestig en zeventig en opende filialen in Spijkenisse, Dordrecht, Almere, Zoetermeer en Rotterdam-Oosterhof. De expansie was ook merkbaar in het gebouw aan het Binnenwegplein. Al in 1963 had Ter Meulen Wassen overgenomen en dit deel bij het warenhuis getrokken. Pas eind jaren zestig werd de Lijnbaan doorgetrokken tot het Binnenwegplein. Martin’s Cafetaria en de bijzondere open hoek met terras verdwenen daardoor. Er kwam een soort bruggebouw tussen Ter Meulen en De Klerk, met een expositieruimte van de Rotterdamse Kunststichting: het Lijnbaancentrum. In de kelder kwamen nieuwe entrees naar de twee warenhuizen, een stripwinkel (De berenkuil) en een bioscoop. Alles werd getekend door Van den Broek en Bakema. Die waren ook verantwoordelijk voor de uitbreiding van Ter Meulen in 1977. De mogelijkheden om een extra verdieping te bouwen werden benut door middel van een eigentijdse gestroomlijnde tweelaagse dakopbouw, met onder andere de lunchroom. In 1979 was alles klaar en beschikte Ter Meulen over 4000 m2 extra verkoopruimte.
In 1974 waren de kantoren aan het Binnenwegplein erbij genomen. Eind jaren tachtig bleek de winkelformule van Ter Meulen uitgewerkt. Ook Van Vorst stopte. Vanaf 1989 werden delen van de winkel aan derden verhuurd, waarna het bedrijf in 1993 na 96 jaar failliet ging. In het gebouw werd na een grondige verbouwing in 1993 met 'De Grote Lijn' een weinig succesvol nieuw winkelconcept gevestigd. Met winkels als H&M en Zara bleef het gebouw wel altijd een winkelfunctie houden.
Anno nu
Begin 21e eeuw waren er plannen het gebouw te slopen, maar Ibelings van Tilburg Architecten kozen voor renovatie in combinatie met nieuwbouw erboven. De twee extra lagen van de uitbreiding van 1979 werden weer gesloopt en op de bestaande constructie werd een lichte constructie van staal en hout geplaatst. In twee torens van verschillende hoogte, verbonden door een lager middendeel met gemeenschappelijke daktuin, zijn 114 appartementen gerealiseerd. Geparkeerd wordt er in twee lagen op de bovenste verdieping en het dak van het bestaande gebouw.
De winkelruimte is nu voor een groot deel in gebruik bij de Amerikaanse warenhuisketen TK Maxx. Verder hebben H&M en Zara een gedeelte in gebruik.
- Architect
- Van den Broek en Bakema
- Periode
- 1948-1951
- Locatie
- Binnenwegplein, Rotterdam, Nederland
- Buurten
- Centrum
- Gebouwen
- Winkels Horeca
- Objecten
- Binnenwegplein 021 en 031