- Artikelen
Stamping ground van galeriehouder Knap
Georges Knap zijn naam en faam is voor eeuwig gekoppeld aan het Holland Pop Festival, het succesvolle popfestival van C'70 dat hij initieerde en mede organiseerde. Hij is er trots op, zoals de uitgebreide Holland Popcollectie in zijn nieuwe kunstgalerie laat zien, maar het heeft hem minstens zoveel kopzorgen bezorgd. De ondernemende tachtiger hief zijn vorige galerie aan de Gashouderstraat op, maar begon in 2021 op de begane grond van het woongebouw aan ’s-Lands Werf opnieuw. “Achter de ramen zitten is niets voor mij.“ Al is het uitzicht op de Nieuwe Maas vanuit zijn woning in hetzelfde gebouw fantastisch.
Firma Stokvis
In het appartement aan het ’s-Lands Werf is te zien dat Georges en zijn vrouw van kunst houden. Schilderijen, foto’s en objecten sieren het huis dat bijna als tweede galerie fungeert. Er staat een oude, half vergane naaimachine. Het blijkt een naaimachine uit de fabriek van Anthony Fokker te zijn. “Ik ben eigenlijk luchtvaarttechnicus.” Als technicus belandde Georges na zijn studie bij de firma Stokvis. Een bekende Rotterdamse handelsfirma die o.a. auto’s, brommers, sanitair, technische apparatuur en bouwmaterialen verkocht. “Het was een heel degelijk bedrijf.” Als je vertegenwoordiger wilde worden, moest je eerst een jaar in de binnendienst werken. Uiteindelijk mocht Georges de buitendienst in als vertegenwoordiger voor testapparatuur. Hij kreeg een Austin met notenhouten dashboard als bedrijfsauto. De firma Stokvis was eerst gevestigd aan het Dullaertplein, later verhuisde het bedrijf naar de Slaak, voorheen het pand van Het Vrije Volk. “Waar nu de Lidl zit, had Stokvis zijn showroom.”
Stokvis was een heel degelijk bedrijf. Als je vertegenwoordiger wilde worden, moest je eerst een jaar in de binnendienst werken.
Moderne woning in de nieuwe wijk Ommoord
Als vertegenwoordiger deed Georges het niet slecht. Desondanks heeft hij lang met zijn toenmalige vrouw bij iemand ingewoond. Zoals veel stellen in de wederopbouw. Na de geboorte van zijn oudste twee kinderen verhuisde het gezin naar een galerijflat in de Van Heukelomstraat in Alexanderpolder. Het gezin had zich ingeschreven voor een grotere woning in Ommoord. Ze hadden geluk en werden de trotse eerste bewoners van de laagbouw in Ommoord, aan de Mannagras. Opeens was de auto van de zaak extra handig, want in 1968 was Ommoord nog kaal en slecht bereikbaar.
C'70 commissie
Georges deed in zijn vrije tijd jeugdwerk en toen de manifestatie C’70 zou komen, nam hij plaats in de wijkcommissie. Het festival C’70 moest immers in hele stad plaats vinden. Georges zag het wel zitten om op de lege vlakte van Ommoord een popfestivalletje te beginnen. Het idee vond geen weerklank bij de overige commissieleden. Echter een enquête in de wijk maakte duidelijk dat Georges wel de goede snaar had geraakt, de jeugd zat juíst te wachten op een festival. Van het een kwam het ander en voor Georges het wist was hij organisator van een popfestival.
Ik kwam eens thuis van mijn werk, toen ik een voor mij onbekende man van de trap af zag komen die zei dat hij in bad was geweest. Mijn bad dus. Tja, het was midden in de flower-powertijd
Typisch duo
Hij raakte via journalist Bert Bakker van Het Vrije Volk in contact met beginnend concertorganisator Berry Visser. “Ik vertelde dat ik een popfestival wilde organiseren in Rotterdam. Berry lachte me uit. In Rotterdam? Waanzin!” Rotterdam stond in die tijd niet bekend als festivalstad, zeker niet op het gebied van popmuziek. Wat de heren niet wisten, was dat hun toekomstige samenwerking de kiem zou zijn voor een groots popklimaat in de stad. Samen waagden ze de sprong en wisten ze artiesten, een terrein, beveiliging en geld te versieren. Ze vormden een typisch duo, de nette vertegenwoordiger in pak en de wietrokende hippie die samen vanuit de rijtjeswoning in Ommoord een gigantisch popfestival organiseerden. Georges zijn huis werd overlopen door allerlei pers en contacten voor het festival. “Ik kwam eens thuis van mijn werk, toen ik een voor mij onbekende man van de trap af zag komen die zei dat hij in bad was geweest. Mijn bad dus. Tja, het was midden in de flower-powertijd.”
Holland Pop Festival
Voor het eerst een megagroot festival organiseren leverde allerlei verrassingen op zoals het feit dat popartiesten blijkbaar circa anderhalve maand van tevoren betaald moesten worden. Of dat ze vooraf de vermakelijkheidsbelasting over elk te verkopen kaartje moesten betalen. Kosten: ruim twee ton. Of dat de hekken niet goed gesloten bleken en de controle op de kaartjes evenmin. Maar, publicitair werd het Holland Pop Festival een gigantisch succes. Met 100.000 bezoekers, grote namen en een geweldige sfeer. Er werd geen alcohol verkocht waardoor drugsgebruik op het terrein was toegestaan en het allerbelangrijkste: geen doden zoals bij Woodstock. Financieel werd het een enorme strop. Slechts 20% bleek te hebben betaald en kranten kopten: Holland Pop Festival failliet. Jaren is Georges nog bezig geweest om stukken en bonnen aan te leveren voor de financiële afwikkeling door de curator.“Ik kan uren vertellen, alleen over dat ‘rotfestival’.” Berry had inmiddels letterlijk en figuurlijk de deur van het Ommoordse gastgezin achter zich dicht getrokken.
Ik kan uren vertellen, alleen over dat 'rotfestival'.
Vermakelijkheidsbelasting
In 1809 introduceerde koning Lodewijk Napoleon een heffing op entreegelden voor vermakelijkheden ten behoeve van de `algemene stads armen'. In de loop der tijd werd op alle kaartjes voor theatervoorstellingen, concerten, sportwedstrijden en modeshows vermakelijkheidsbelasting geheven. Als een van de laatste gemeenten in Nederland schafte Rotterdam deze belasting in 1979 af. (Wikipedia). De Doelen klaagde in 1971 dat ze moeite hadden artiesten te contracteren omdat Rotterdam in vergelijking met Den Haag zo’n hoge belasting hief, zijnde 20/120 van de bruto-opbrengsten (bijna 17%). De vermakelijkheidsbelasting van niet verkochte toegangsbewijzen kon teruggevorderd worden, mits de organisator binnen 14 dagen ‘na afloop der vermakelijkheid’ de ongestempelde tickets inleverde. Tegenwoordig komt de vermakelijkheidsretributie (zeker als er gebruik wordt gemaakt van gemeentelijke diensten) weer steeds vaker voor.
Gashouderstraat 9
Georges pakte na Holland Pop de draad van zijn werkende leven weer op en begon in 1976 zijn eigen bedrijf in een medische noviteit: een systeem tegen doorliggen. De zaken gingen goed en het bedrijf wilde uitbreiden. Knap Medical kocht een pand aan de Gashouderstraat. “Prachtig wederopbouwpand. Het was van de Christelijke Jonge Mensen Vereniging Onesimus geweest.” Deze vereniging had na de oorlog geld gekregen om haar verwoeste pand weer op te bouwen. In 1958 gaf ze bureau Hooykaas, Van Veen en De Jong opdracht voor (een bouwblok met 9 woningen en bedrijfsruimtes op de hoek Willem Ruyslaan en daar tegenaan) het L-vormige verenigingsgebouw. Het pand was opgetrokken uit mangaansteen en heeft lage doorlopende vensterstroken. De lichte gele baksteen van de kopgevel en het aangrenzende blok contrasteerde mooi met de donkere voorgevel. De witte verdieping die Georges en zijn vrouw erbovenop plaatsten deed dienst als hun woning tot ze in 2020 het pand verkochten. “Het pand is nu helemaal gestript. Zo zonde. Behalve het skelet is er niets meer te zien.” Georges heeft een fotoreportage van de afbraak gemaakt. De sloop van het gebouw gaat hem zichtbaar aan het hart.
Medisch wordt kunst
De functie van het verenigingsgebouw, dat inmiddels ook door de Joegoslavië vereniging werd gehuurd, veranderde in kantoor toen Georges en Micheline het pand in de jaren tachtig kochten. Echter, toen in 1992 de bekende wederopbouwkunstenaar en docent aan de Willem de Kooningacademie Jan Jongert overleed, vroeg zijn zoon Jaap, tevens zwager van Georges, of het vele werk van zijn vader tijdelijk in de Gashouderstraat opgeslagen mocht worden. “Goh daar zaten wel aardige dingen bij. Die heb ik toen opgehangen.” Het idee voor een galerie was geboren. Behalve plezier leverde de galerie ook een maatschappelijk culturele bijdrage aldus Georges. “Het is ‘O zo belangrijk!’ om jonge kunstenaars een podium te geven. Anders komen ze nooit in een museum of tot grotere opdrachten.” Trots vertelt hij dat Jack de Deugd ooit bij hen exposeerde en later in een garderobekluisje bij de takelkapstok van Boijmans elk kwartaal een mini-expositie inrichtte. Een vracht aan kunstenaars en thema’s is in de loop der jaren in de galerie voorbij gekomen en in 2020 sloot hij zijn ‘Stamping Ground’ (red. plek waar je graag en vaak komt en tevens naam van film over het Holland Pop Festival) af met een expositie over 50 jaar Holland Pop Festival.
Het werk van de overleden kunstenaar Jan Jongert werd tijdelijk in ons kantoor aan de Gashouderstraat opgeslagen. Daar zaten wel aardige dingen bij. Die heb ik toen opgehangen.
Cultuur en Rotterdam, een slecht huwelijk
Galerie Kralingen leek een afgesloten hoofdstuk, maar in 2021 heeft Georges toch een nieuwe Galerie Kralingen geopend in het flatgebouw waar ze ook wonen, ’s-Lands Werf van architectenbureau Kraaijvanger. “Achter de ramen zitten was niets voor mij. Ook al heb ik een prachtig uitzicht op de Maas. Ik moest wat doen.” Een leegstaande winkelruimte op de begane grond werd gehuurd en ingericht als galerie. Georges komt weer terug op het culturele klimaat in Rotterdam. Hij vindt het verschrikkelijk dat Rotterdam geen kunstenaarssociëteit meer heeft. Elke zichzelf respecterende stad heeft toch een kunstenaarssociëteit? Hij haalt zijn schouders op. “Er stroomt veel cultuur hier maar er kan niets, want cultuur kost geld. En Rotterdam is een zakenstad, alles draait om bedrijven die geld opbrengen.” Aan Georges zal het niet liggen, hij steekt zijn geld met liefde in cultuur. “Rijk word ik er niet van, wel gelukkig.”
Er zijn vele artikelen verschenen over het Holland Pop Festival en de totstandkoming ervan. Hierbij twee links:
- Het verhaal van
- Georges Knap (1933)
- Onderwerpen
- Verhalen
- Buurten
- Kralingen
- Objecten
- Willem Ruyslaan 009 en Gashouderstraat 001 t/m 009 (oneven)