- Artikelen
Rotterdam bouwt een metro
Op 9 februari 1968 werd de Rotterdamse metro officieel geopend met prinses Beatrix en prins Claus als eerste passagiers.
Om kwart over 10 vanmorgen was het zover. Buiten de vuile koude regen, binnen in de Doelen prinses Beatrix en prins Claus, die met een druk op twee knoppen de officiële daad verrichtten.
Lichtjes op een levensgroot tableau floepten aan: het metro-tracé, applaus van de achttienhonderd feestgangers, die het gebeuren bijwoonden. Na elkaar verschenen beelden van de zeven metrostations op het diascherm.
Rotterdam, de stad die zich volgens staatssecretaris M.J. Keyzer “altijd gravend een weg baant naar een betere toekomst”, heeft officieel zijn metro in gebruik genomen. Buiten kijf één van de grootste momenten uit de naoorlogse geschiedenis van de stad. Na acht jaar praten, zwoegen, heien, scheppen en vloeken eindelijk de kroon op het werk.
Het Vrije Volk 9-2-1968
Netwerk
Op 9 februari 1968 werd de Rotterdamse metro officieel geopend met prinses Beatrix en prins Claus als eerste passagiers. Het kortste metrolijntje ter wereld tussen het Centraal Station en het Zuidplein was maar 5,8 kilometer lang. Maar Rotterdam was uiterst trots op zijn metro, de eerste van Nederland. En sindsdien is de metro uitgebreid tot een netwerk van 78 kilometer, waarvan overigens maar 17,7 ondergronds ligt. Ook Spijkenisse, Capelle aan den IJssel, Schiedam en Vlaardingen zijn met de metro te bereiken, en sinds 2010 loopt de metro als onderdeel van de RandstadRail zelfs naar Den Haag. De metro is niet meer weg te denken uit Rotterdam, maar in het centrum nauwelijks zichtbaar. Vanwege ruimtegebrek zijn de metrostations hier volledig ondergronds.
Het kortste metrolijntje ter wereld tussen het Centraal Station en het Zuidplein was maar 5,8 kilometer lang. Maar Rotterdam was uiterst trots op zijn metro, de eerste van Nederland.
Tramtunnel
Op 18 mei 1960 (Opbouwdag) werd de eerste damwandplank de grond in gejaagd, na jaren van plannenmakerij. In 1954 was er eerst het idee om de trams via een eigen tunnel onder de Maas te laten rijden.
De Dienst voor Stadsontwikkeling koestert op het ogenblik het plan om een nieuwe tunnel onder de Maas aan te leggen, speciaal voor het toekomstig tramverkeer tussen de rechter en linker Maasoever. Dit tramtunnelplan is nog slechts binnenskamers als een mogelijkheid opgeworpen en onderzocht; het verkeert dus nog in embryonale toestand. Niettemin getuigt het van de visionaire wijze waarop Rotterdam in zijn wederopbouw de toekomstige problemen beziet.
Het Vrije Volk 23-8-1954
In deze tijd ontstond ook het idee de Willemsbruggen te vervangen door tunnels en er lagen al plannen voor de Beneluxtunnel en de Van Brienenoordbrug, onderdeel van de Ruit van Rotterdam, de ringweg rond de stad. Door financiële problemen werd de bouw van de 35 miljoen gulden (16 miljoen euro) kostende tramtunnel uitgesteld.
Door de moeilijke situatie op financieel gebied moest deze gedachte voorlopig worden gevoegd bij de vele Rotterdamse wensdromen die al op verwezenlijking wachtten. De gemeentelijke plannenmakers zaten intussen niet stil en profiteerden van de pauze om het idee tramtunnel nader uit te werken tot een ondergronds vervoersnet, uiteraard nog in zeer grove lijn. Het beginpunt denkt men zich in de nabijheid van het Centraal Station, vanwaar het tracé door het centrum loopt, zorgvuldig de ondergrondse heipaalbossen vermijdend, met wellicht ergens op de Coolsingel een in- en uitgang, dan onder de rivier duikt in de richting van het Zuidplein of daaromtrent. De mogelijkheid van eventuele aftakkingen maakt ook een onderwerp van studie uit.
De Tijd 19-9-1958
Rotterdam wil een metro
Begin 1959 werd het voorstel voor een metronetwerk ingediend. Op 14 mei 1959 koos de Gemeenteraad met slechts één tegenstem voor de aanleg van de metro voor een bedrag van 134 miljoen gulden (60 miljoen euro). Protesten waren er nauwelijks, behalve van een klein groepje tramfanaten en van de bewoners van Zuid die een viaduct voor hun neus kregen. Alleen de Amsterdamse Telegraaf is tegen: het Rijk gaf wel toestemming voor de metro en niet voor de IJtunnel, vanwege te verwachten problemen op de arbeidsmarkt.
Vanwege de slappe bodem werd gekozen voor de techniek van de gezonken tunnelbouw.
Er hoefden nauwelijks huizen te worden gesloopt voor de aanleg. Wel werd het juist weer enigszins toonbare centrum opnieuw voor enkele jaren veranderd in een gigantische bouwput. Vanwege de slappe bodem werd gekozen voor de techniek van de gezonken tunnelbouw. Op Weena en Coolsingel werd een kanaal gegraven, waarin betonnen caissons werden afgezonken. Deze caissons waren gebouwd in een bouwdok aan het nog onbebouwde Weena. Aan de Blaak was een tweede bouwdok. Een derde bouwdok voor de veel langere tunnelstukken onder de rivier was op het eiland Brienenoord. Ze werden met sleepboten naar hun plek vervoerd. Voor de RandstadRail werd wel een boortunnel aangelegd.