- Artikelen
Machinistenschool
De School voor Scheepswerktuigkundigen, de Machinistenschool, verloor tijdens het bombardement van 1940 zijn gebouw aan de Schiedamsevest en kreeg als eerste in 1949 een nieuw gebouw aan de Willem Buytewechstraat.
Na veelvuldige en jarenlange zwerftochten van school naar school hebben personeel en leerlingen van de School voor Scheepswerktuigkundigen te Rotterdam eindelijk een gloednieuw en tot in de puntjes ingericht gebouw aan de Willem Buytewechstraat betrokken. De fier wapperende rood-witblauwe vlag op het dak boven de monumentale toegang was het symbool van de vreugde, die allen, die de machinistenschool een goed hart toedragen, beheerste. In de verschillende toespraken, die deze officiële ingebruikneming een plechtig, doch hartelijk karakter gaven, werd deze blijdschap meermalen beklemtoond.
Het Vrije Volk 8 juni 1949
Eerste school van de wederopbouw
De School voor Scheepswerktuigkundigen, meestal kortweg Machinistenschool genoemd, verloor tijdens het bombardement van 1940 zijn gebouw aan de Schiedamsevest. Tussen 1893 en 1936 was de opleiding onderdeel geweest van de Academie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen. Al tijdens de oorlog werd ontworpen aan een nieuw gebouw op een locatie op het Coolhaveneiland, waar ook de Hogere Zeevaartschool was gevestigd. Het was niet toevallig dat dit het eerste gerealiseerde schoolgebouw van de wederopbouw was. Haven en scheepvaart hadden prioriteit. De school was bestemd voor 500 leerlingen.
Het gebouw is ontworpen door de Rotterdamse architecten Bernard Cramer (1890-1978) en Kees Elffers (1898-1987). Vaak wordt vermeld dat Elffers vooral het architectonisch ontwerp zou hebben verzorgd en Cramer de zware betonconstructie en fundering. In een artikel in Rotterdam Bouwt wordt echter Cramer als enige architect genoemd, terwijl De Maasstad Elffers als medewerker van Cramer opvoert.
Een druk op de knop, de vertegenwoordiger van de minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, ir. J. Hofstede, inspecteur-generaal van het Nijverheidsonderwijs, was zo vriendelijk dit met enige toepasselijke woorden te doen, stelde de motoren van de machinekamer in werking. En tijdens het gestamp van deze machines wenste de heer J. van Tilburg, loco-burgemeester, dat de jonge machinisten de goede naam van de school over alle wereldzeeën zullen uitdragen. Toen het laatste woord gesproken was, volgde een interessante rondgang door de lokaliteiten, waarbij duidelijk werd dat de architecten Kramer en Elffers, de aannemers Waning en Co. en hun talrijke medewerkers, eer van hun werk hebben.
Het Vrije Volk 8 juni 1949
Dijklichaam
Het L-vormige schoolgebouw bevat theorielokalen in de korte vleugel met een lengte van 45 meter en praktijklokalen en werkplaatsen in de lange vleugel van 61 meter. In het gebouw is het niveauverschil van het dijklichaam verwerkt. In die zo ontstane kelderverdieping waren een fietsenstalling en waslokalen en garderobes ondergebracht. De entree zit op de hoek van het gebouw en hier bevindt zich ook het hoofdtrappenhuis. Het gebouw had op de begane grond een machinekamer voor praktijklessen en een ketelhuis, waar je kon leren stoken. Op de eerste verdieping was een bankwerkerij en een kantine, met terras op het ketelhuis. Op de tweede verdieping was een ‘hypermodern’ elektrotechnische laboratorium en de tekenzaal. Het gebouw heeft de voor scholen typerende plattegrond met een rij lokalen aan een kant van een lange gang. Doordat het beschikbare oppervlak betrekkelijk beperkt was is een fors hoog gebouw gerealiseerd, dat niet in het niet valt bij de ‘massale klomp’ van het Belastinggebouw.
De gevoeligheid in de vormgeving uit zich in het bijzonder in de royale, in haar eenvoud welhaast monumentale, ingangspartij. Het evenwichtige rhythme waarin de ramen zijn geplaatst, sluit zich hierbij aan. Een belangrijk detail in de hoofdgevel is de grote raampartij, waarachter zich de machinekamer bevindt. Deze raampartij heeft daarbij de functie -men kan de ramen wegnemen- om gelegenheid te bieden grote en zware machines binnen te brengen of te verwijderen. Men zou hierbij dus welhaast van functionalisme kunnen spreken. Een sober gebouw, maar mede ook door de vorm van het dak en de beëindiging van de gevels in een rand van tot een sierend motief gemetselde stenen, waarachter de dakgoot loopt, is een zinrijke verfraaiing van de architectuur gevonden.
Rotterdam Bouwt 1948/49-11
Beeldende kunst
Naast de ingang bevindt zich een reliëf van Adri Blok (1919-1990). Deze Rotterdamse beeldhouwster had in 1947 een zilveren medaille gewonnen bij een prijskamp van de Rotterdamse Academie. Aanvankelijk wilde men het bekroonde ontwerp voor een monument van Abel Tasman uit laten voeren voor de Machinistenschool. Maar bij nader inzien bleek dit toch niet te passen bij de architectuur van dit nieuwe schoolgebouw, waarvoor het ook nooit bestemd was geweest. Enkele jaren later kreeg zij toch de opdracht. De voorstelling heeft de techniek en de zeevaart als onderwerp: linksonder en rechtsboven zijn handelsschepen op driehoekige golven afgebeeld, verbonden door een grote cirkel in het midden met een technisch element uit de machinekamer. Linksboven is een wapen zichtbaar. De glas-in-loodramen zijn vervaardigd door de bekende glazenier Frans Warffemius (1885-1969). De anonieme plafondschilderingen in de aula worden door Frans van Burkom, kenner van monumentale (wederopbouw)kunst toegeschreven aan de bekende Rotterdamse decoratieschilder Jaap Gidding (1887-1955).
Anno nu
In 2005 gingen zes scheepvaartopleidingen, waaronder de Machinistenschool naar de nieuwbouw van het Scheepvaart- en Transportcollege. De school kwam leeg te staan en werd herbestemd tot bedrijfsverzamelgebouw: ‘kennis-, kunst en cultuurfabriek’ De Machinist. De machinekamer op de begane grond is getransformeerd tot café-restaurant, waarbij de industriële sfeer zoveel mogelijk is behouden. De oude lerarenkamer op de eerste verdieping is als zaal te gebruiken. In het oude ketelhuis is een bioscoopzaaltje met 40 plaatsen gerealiseerd. De zolderverdieping is met behulp van dakramen bruikbaar gemaakt. Voor een betere toegankelijkheid is een lift toegevoegd. De gevel is niet gereinigd om kleurverschillen te voorkomen en de stalen kozijnen zijn gehandhaafd, maar wel voorzien van dubbel glas. Het ontwerp is van Akropolis Architekten in samenwerking met MIII Architecten.
Meer informatie over kunstenares Adri Blok is te vinden op BKOR Rotterdam.
De Machinist was onderdeel van de architectuurwandeling op Opbouwdag:
Tour Opbouwdag 2021 door Coolhaven