- Artikelen
Lijnbaanflats
Door de opzet van de Lijnbaan met de winkels apart van de woningen is de weg vrij voor een nieuw concept van stedelijk wonen: hoogbouw rond groene hoven.
De Lijnbaan, de gedurfde winkelgalerij bij Rotterdams Coolsingel, zal begin 1957 in de schaduw liggen van gigantische woonblokken, waarbij wolkenkrabbers zijn van 40 m hoogte en met 14 woonlagen. In dit uitgebreide wooncomplex met de bouw waarvan 20 millioen gulden is gemoeid, zullen in totaal 847 woningen, 75 winkels en 97 garage-boxen komen. Tussen de woonblokken zijn grote binnenhoven geprojecteerd, z.g. „groenhoven", waarop de kinderen der bewoners naar hartelust kunnen spelen, zonder dat zij iets van het drukke verkeer in de binnenstad hebben te duchten. Zowel grote als kleine gezinnen zullen in dit reusachtige wooncomplex kunnen worden ondergebracht.
De Telegraaf 8 oktober 1954
‘Wolkenkrabbers’ in de stad
Door de opzet van de Lijnbaan met de winkels apart van de woningen is de weg vrij voor een nieuw concept van stedelijk wonen: hoogbouw rond groene hoven. Helemaal nieuw is het concept niet, want kort voor de Tweede Wereldoorlog maakte Jan Wils een plan voor het terrein van de oude Diergaarde met vergelijkbare flatgebouwen in het groen. Maar de combinatie van een winkelcentrum met woningbouw en halfopen hoven is nieuw en ongebruikelijk voor een stadscentrum. In feite is er maar sprake van twee hoven: de Joost Banckertsplaats en de Jan Evertsenplaats. De derde schijfvormige flat staat langs de Kruiskade en dus niet aan een groenhof. Ook de vierde flat van dertien lagen, die pas in 1969 bij de uitbreiding van de Lijnbaan gereed kwam, staat niet aan een hof. Wel grenst deze met de galerijzijde aan de Jan Evertsenplaats. Een vijfde hoogbouwschijf die het Lijnbaanensemble completeert staat enigszins terzijde bij het station: het Stationspostkantoor.
In een tent op het bouwterrein tussen de Karel Doormanstraat en de achterkant van de Lijnbaan joeg ir. C. van Traa, directeur van de Dienst van Stadsontwikkeling, Woensdagmiddag om vier uur de brand in een verse sigaar. Uiterlijk onbewogen luisterde hij naar enkele redevoeringen. Met zijn voeten stevig geplant op de Rotterdamse bodem stond hij zwijgend te midden van stadsbestuurders, leiders van grote bouwbedrijven, directeuren van machtige beleggingsmaatschappijen, architecten, hoofden van gemeentelijke diensten. Dit was zijn dag, de dag waarop de eerste paal de grond inging voor de torenflats rond de Lijnbaan. Door zijn stuwkracht en door een unieke samenwerking tussen beleggers, bouwers, architecten en de gemeentelijke overheid zullen deze monumentale gebouwen over enkele jaren de city een grootsteeds en boeiend aspect verlenen.
Het Vrije Volk 16-06-1955
Hoven
In totaal zijn er 850 woningen gebouwd, in wat heden ten dage nauwelijks nog als hoogbouw wordt gezien. Opdrachtgevers waren pensioenfondsen en beleggers, zoals het Philips beambten Pensioenfonds en levensverzekeringsmaatschappij Olveh.
Zowel rond de groene hoven van de Joost Banckert- en de Jan Evertsenplaats liggen twee gebouwen van dertien en negen verdiepingen haaks op elkaar. Een laagbouw van winkels met twee woonlagen sluit het hof aan de Karel Doormanstraat af. De vierde zijde van het hof is onbebouwd; de hoven zijn er niet alleen voor de bewoners, maar voor alle gebruikers van de binnenstad. De flats aan de Joost Banckertsplaats zijn naar de opdrachtgevers en de reclameletters op het dak Olvehflat en Nillmijflat genoemd. De 13 verdiepingen hoge flat aan het begin van het Lijnbaanensemble op de Kruiskade kreeg de naam City House.
Architect Maaskant was supervisor van de woningbouw, die door verschillende architecten is uitgewerkt. Maaskant ontwierp zelf de Cityflat en de laagbouwblokken langs de Karel Doormanstraat. A. Krijgsman (1902-1986) de twee flats aan de Joost Banckertsplaats en Herman Bakker (1915-1988) de twee flats aan de Jan Evertsenplaats. In de hal van de Olvehflat is een wandschildering van Louis van Roode aangebracht.
Ingebouwd bad
De hoogbouw wordt ontsloten door galerijen aan de noord- en oostzijde. Er is een centrale hal met liften en hoofdtrappenhuis aan de ene zijde en een tweede (nood)trappenhuis aan de andere zijde. De liften stoppen halverwege twee etages, wat in de jaren vijftig gebruikelijk was. De woningen boven de winkels aan de Karel Doormanstraat hebben een portiekontsluiting aan de hofkant.
De liften stoppen halverwege twee etages, wat in de jaren vijftig gebruikelijk was.
Er zijn bijna alleen compacte driekamerwoningen; aan de koppen bij de lift en trappenhuizen zijn iets grotere woningen gesitueerd. Voor die tijd waren het luxueuze woningen: “fabriekskeukens en roestvrij stalen aanrechten, huistelefoon, speciale lift voor de vuilnisvaten, centrale mast voor radio en televisie en een badkamer met ingebouwd bad behoren tot de standaardvoorzieningen.” De Cityflat aan de Kruiskade was zelfs nog iets luxer van opzet. De huren waren relatief hoog.
Behalve de winkels op de begane grond van de laagbouwblokken waren er ook winkels in drie van de vier hoge flats. Ook aan de kop van de Olvehflat aan de Joost Banckertsplaats, was een winkelruimte. Verder was deze flat op de eerste verdieping gereserveerd voor dokterspraktijken en had de bekende kapper John Postmus er een kapsalon. Aan de kop van de twee negen verdiepingen hoge flats waren ook winkels.
In de Olveh-flat, een van de vijf imposante torenflatgebouwen achter de Lijnbaan, die Rotterdam's stadscentrum zo’n allure geven, vindt u thans, vlak naast de ingang Karel Doormanstraat, de vijfde en jongste spruit van John Postmus dameskapsalons-parfumeriën-cosmetica. Het is een leuke moderne kapsalon met op de parterre, door een glazen wand gescheiden van de flathall, een gezellige boutique, waar alles op het gebied van toiletartikelen, cosmetica en parfums te verkrijgen is.
Nieuwe Schiedamsche Courant 18 januari 1958
Anno nu
Aanvankelijk werden de woningen ook door gezinnen met kinderen bewoond en werd er gespeeld op de groene hoven. Maar de woningen waren relatief klein en hoogbouw werd steeds minder geschikt geacht voor gezinnen met kinderen, die langzaam maar zeker naar de buitenwijken verhuisden. De relatief oude populatie kreeg vanaf eind jaren tachtig een impuls van jonge kinderloze stellen, voor wie de Lijnbaanflats een aantrekkelijke stedelijke woonlocatie vormen. Er zijn kleine aanpassingen aan de entrees, die niet meer openbaar toegankelijk zijn. De flats aan de Joost Banckertsplaats en Jan Evertsenplaats zijn en worden gerenoveerd. Historisch kleuronderzoek is gedaan ten behoeve van de renovatie. Het complex is inmiddels rijksmonument.
- Architect
- H.A. Maaskant; H.A. Maaskant, A. Krijgsman; H.D. Bakker
- Periode
- 1954-1956
- Locatie
- Joost Banckertsplaats, Rotterdam, Netherlands
- Onderwerpen
- Rijksmonumenten
- Buurten
- Centrum
- Gebouwen
- Winkels Wonen
- Objecten
- Karel Doormanstraat 352 t/m 380 (even) en Van Bijlandtplaats 001 t/m 032 (doorlopende nummering) Joost Banckertsplaats 185 t/m 280 (doorlopende nummering), Van Ghentstraat 007 t/m 021 en Aert van Nesstraat 099 Karel Doormanstraat 290 t/m 300 (even) en Joost Banckertsplaats 001 t/m 016 (doorlopende nummering) Joost Banckertsplaats 020 t/m 174 (doorlopende nummering), Karel Doormanstraat 284, Van Ghentstraat 003 en Zoutmanstraat 004 t/m 016 (even) Karel Doormanstraat 320 t/m 334 (even) en Jan Evertsenplaats 001 t/m 016 (doorlopende nummering) Jan Evertsenplaats 192 t/m 255 (doorlopende nummering), Van Ghentstraat 031 t/m 065 (oneven) en Van Oldenbarneveltplaats 025 Jan Evertsenplaats 030 t/m 173 (doorlopende nummering), Karel Doormanstraat 316 en Aert van Nesstraat 038 t/m 060 (even) Kruiskade 059 t/m 103 (oneven), Karel Doormanstraat 014 t/m 276 (even) en Lijnbaanhof 008 t/m 052 (even)