- Artikelen
Kantoorgebouw Shell
De verdiepingen één tot en met vier werden gebruikt door Shell Tankers, vijf en zes door Shell Nederland en op zeven en acht zou het regionale kantoor van de Nederlandse Aardolie Maatschappij komen.
Shell Tanker's NV bouwt een wolkenkrabber in het centrum van Rotterdam
Op de hoek van de Schiekade en Hofplein te Rotterdam zal Shell Tanker's N.V. een modern kantoorgebouw doen verrijzen, waarvan de bouwkosten circa ƒ 8 miljoen zullen bedragen. Hoewel kleiner van omvang, zal het gebouw enigszins gelijken op dat van de United Nations te New York. De hoogte zal 40 meter bedragen, de gevelbreedte 85 meter en de diepte 16 meter.
Algemeen Handelsblad 27 september 1956
Shell Tankers
Het Shellgebouw was een ontwerp van architect C.A. Abspoel (1899-1970), de huisarchitect van Shell. In dezelfde periode realiseerde hij ook een groot kantoorgebouw voor Shell in Hoogvliet. Hij ontwierp verder laboratoria, installaties en woningen bij raffinaderijen over de hele wereld. Aanvankelijk zou er alleen een gebouw voor Shell Tankers aan het Hofplein komen met maar vijf verdiepingen. In de ontwerpfase werden nog andere Shell-onderdelen aan het programma toegevoegd, wat een kloek gebouw van negen verdiepingen tot resultaat had. De verdiepingen één tot en met vier werden gebruikt door Shell Tankers, vijf en zes door Shell Nederland en op zeven en acht zou het regionale kantoor van de Nederlandse Aardolie Maatschappij komen. Er kwam plek voor zeshonderd medewerkers.
De gemeente stelde als eis dat de Delftsestraat onder het gebouw door zou lopen voor een snelle verbinding tussen het Centraal Station en het Station Hofplein. Een doorrijhoogte van 5 meter was vereist. Daarom werd het kantoorgedeelte volledig op vrijstaande betonnen kolommen geplaatst. Deze lopen taps toe naar boven en staan op 10,50 meter van elkaar. Het gebouw is gebaseerd op een maatsysteem van 1,75 meter, afgeleid van de maat van een standaard schrijftafel (0.75 x 1,50 m.). Onder het gebouw kwamen een glazen hoofdentree, een benzinestation en een bakstenen laagbouw met een dienstingang en de ruimtes voor het benzinestation.
Het gebouw zal bestaan uit een skelet van gewapend beton en er zullen zoveel mogelijk geprefabriceerde constructies worden toegepast. (…) Het complex zal geheel „geluiddicht" zijn, zodat het personeel geen hinder van het lawaai van passerende treinen en automobielen zal ondervinden. Het is de wens van de minister van wederopbouw, dat er zoveel mogelijk constructies en materialen zullen worden gebruikt die niet voor de woningbouw van belang zijn. Overwogen wordt daarom voor de gevel een zogenaamde curtain-wall te maken van geanodiseerd aluminium. Bij het vervaardigen daarvan behoeft men geen bouwvakarbeiders in te schakelen.
Algemeen Handelsblad 27 september 1956
Curtain-wall
Op 17 december 1957 werd de eerste paal geslagen en op 13 augustus 1960 kon het gebouw worden ingewijd door burgemeester Van Walsum. Deze vond het gebouw een stedenbouwkundige aanwinst voor de stad. Bovendien was het een bewijs dat de betekenis van Rotterdam als haven en centrum van de chemische industrie sterk was toegenomen.
Om het betonskelet voldoende stabiliteit te geven zijn er betonnen lift- en leidingschachten, een massieve betonnen noordgevel en twee betonnen eindpenanten aan de zijgevels. Die gesloten geveldelen zijn, net als de noordgevel, bekleed met platen Italiaans travertin. In de noordgevel zijn zeshoekige ramen en platen aangebracht, waarvan de zijden dezelfde hellingshoek hebben als de trappen erachter. De curtain-wall of gordijngevel van aluminium had alleen een klimaatscheidende en lichtdoorlatende functie. De verticale belijning bestond uit aluminium kokerprofielen, die de windbelasting opnamen. Glas- en borstwering waren erachter in één vlak geplaatst. De borstwering bestond uit een sandwichpaneel van aluminiumplaten. Er was dubbelglas toegepast.
De kantoren lagen aan weerszijden van een middengang. Er waren liften en trappenhuizen aan beide uiteinden. Aan de zuidelijke kop van het gebouw waren de directievertrekken. Op de bovenste verdieping was een personeelslunchkamer voor driehonderd personen met keuken, een koffiekamer voor achttien personen en een filmzaal voor vijftig bezoekers.
Behalve de kunstwerken in het interieur was het Shell-logo hoog in de gevel een belangrijk herkenningspunt.
In de zuidhal is een blauw betegeld bassin, waarin een door de beeldhouwster Corinne Franzen-Heslenfeld vervaardigde uit het water oprijzende zeemeermin is geplaatst. In de acht trapbordessen aan de zuidzijde zijn sgraffiti aangebracht, die door Pieter A.H. Hofman werden ontworpen en vervaardigd. Twee ervan geven sterrenbeelden weer, terwijl zes sgraffiti betrekking hebben op de zee of de zeevaart.
Het Vrije Volk 13 augustus 1960
Uitbreiding
In 1971 besloot Shell het complex uit te breiden met kantoorruimte voor nog eens achthonderd medewerkers. De Amsterdamse architect Piet Zanstra (1905-2003), bekend vanwege zijn voorliefde voor gewapend beton, ontwierp een toren van 95 meter hoogte. De toren meet 25,20 bij 44,20 meter en is opgebouwd rond twee kernen met liften, toiletten en trappenhuizen. Het kantoorgedeelte staat op vrijstaande kolommen op een brede onderbouw met een parkeergarage voor driehonderd auto’s. De onderbouw was 25 meter breed en 52 meter lang en bevatte de royale entreehal, een kantine, vergaderkamers en een mediazaal. Op de hoogste verdieping van het oude gebouw kwam een verbinding met de nieuwbouw. Het gebouw is volledig bekleed met betonelementen van 5,40 bij 3,40 meter. Het glas is niet in kozijnen maar direct in de betonelementen gemonteerd.
De architectuur van beide gebouwen is op z'n zachtst gezegd middelmatig en het is onbegrijpelijk dat een dergelijke nationaal en multinationaal belangrijke onderneming gebruik heeft kunnen maken van zulke incompetente ontwerpers of een zo fantasieloos en paranoïde programma heeft kunnen opstellen. Hoe kan een maatschappij van dit formaat in het centrum van een stad waarvan haar welvaren toch in belangrijke mate afhangt, een gebouw neerzetten dat op geen enkele wijze bijdraagt aan de aantrekkelijkheid van die stad als geheel?
Kenneth Frampton in: Wonen-TABK 1979-16/17
Erectie
De plannen leidden tot protesten en bezwaarschriften, maar het project ging gewoon door en in december 1973 werd de eerste paal geslagen. In hoog tempo werden de twee betonnen schachten met een glijbekisting gestort. In november 1976 was het gebouw klaar. Wethouder Mentink bepleitte een hoogbouwstop na deze ‘laatste erectie van het grootkapitaal’. Enkele jaren later omarmde de stad de hoogbouw alweer en kwam Mentink in de Stichting Hoogbouw.
De bekende architectuurcriticus Kenneth Frampton sabelde de gebouwen neer tijdens het Keurmeestersproject van de Rotterdamse Kunststichting in 1979.
Anno nu
Shell vertrok in 1999 uit de gebouwen, waarna deze een moeizame periode als verhuurkantoren ingingen. Ook het Shell-logo verdween. Het oude gebouw (Hofplein 19) werd onder andere gebruikt door het Zadkine College; de hoogbouw (Hofpoort) werd per verdieping verhuurd. De innovatieve curtain wall van Hofplein 19 was al in 1989 vervangen door een trendy blauwe, spiegelglazen gevel. In 2018 is deze gevel opnieuw vervangen door een transparante glasgezel naar ontwerp van OZ architecten. Deze hebben ook het interieur onder handen genomen en het traditionele cellenkantoor vervangen door een open opstelling. In de laagbouw aan de noordkant kwam een vestiging van Starbucks. De hoofdentree kreeg in de vorm van een nieuw glazen paviljoen een eigentijdse uitstraling.
- Architect
- C.A. Abspoel
- Periode
- 1956-1960
- Locatie
- Hofplein 19, 3011 AJ Rotterdam, Netherlands
- Buurten
- Central District
- Gebouwen
- Bedrijfsgebouwen
- Objecten
- Hofplein 019