• Artikelen

Kantoorgebouw Nationale Levensverzekerings-Bank

Het gebouw van de Nationale Levensverzekerings-Bank aan de Boompjes was relatief licht getroffen, maar er werd toch besloten tot nieuwbouw aan de Schiekade.

Nationale9-uitbr-2004-5365

De uitbreiding van de Nationale Levensverzekeringsbank aan de Teilingerstraat.

Stadsarchief Rotterdam

Het nieuwe gebouw van de Nationale Levensverzekering Bank aan de Schiekade, waarvan de eerste paal in Juli 1942 werd geslagen, is thans in gebruik genomen. Een groot gebouw van 65 bij 48 meter, met een grondoppervlak van 3210 m2 en een gebouwinhoud van ca. 70.500 m3. “Een aanwinst in het stratenbeeld, dat nog zulke grote gapingen vertoont; een nieuw element van het leven in het organisme van de stad", zegt burgemeester mr. P.J. Oud er van.

De Telegraaf 1 november 1949

Nationale1-Maasstad-1946-april-p.-6

Maquettefoto van de Nationale Levensverzekeringsbank

De Maasstad 1946

Nationale2-PBK-6345

De Nationale Levensverzekeringsbank in 1950.

Stadsarchief Rotterdam

Nieuwbouw

Het gebouw van de Nationale Levensverzekerings-Bank aan de Boompjes was relatief licht getroffen, maar er werd toch besloten tot nieuwbouw aan de Schiekade. De architecten Cornelis Elffers (1898-1987) en Ary Abraham van Nieuwenhuyzen (1883-1959) maakten een ontwerp en in juli 1942 werd de eerste paal geslagen. Zoals bij de meeste tijdens de oorlog gestarte projecten werd de bouw al snel stilgelegd wegens de bouwstop. Vanaf 1946 werd het plan alsnog uitgevoerd. Alleen de woningen die in het oorspronkelijke plan aan de achterkant van het gebouw waren gepland gingen niet door. Op 30 oktober 1949 werd het gebouw in gebruik genomen. Een deel van het gebouw was bestemd voor de dochteronderneming ‘De N.V. Eerste Rotterdamsche Maatschappij van Verzekering tegen Ongevallen’. Het beschadigde gebouw aan de Boompjes werd nog tot 1949 gebruikt.

Nationale3-BW-1951-1

Interieur van de kantoorhal centraal in het gebouw.

Bouwkundig Weekblad 1951

Nationale4-BW-1951-2

De hal met monumentale trappartij met siersmeedwerk en glas-in-loodramen.

Bouwkundig Weekblad 1951

Kantoorhal

Het gebouw heeft aan drie zijden een representatieve gevel; alleen tegen de achterzijde zou later iets worden aangebouwd. De voorgevel is 65 meter en de zijgevels zijn 48 meter lang. Centraal in het U-vormige gebouw ligt een grote kantoorhal van 38 bij 20 meter met een vrije hoogte van 8 meter, afgedicht met een glazen kap. De hal bood plaats aan 326 personen. Aan de drie gevels van de U-vorm liggen over vier bouwlagen kantoren langs een gang. Aan de voorgevel liggen vooral directievertrekken en vergaderkamers. Tussen de gang en de kantoorhal lagen op de begane grond spreekkamers. Aan de op termijn gesloten gedachte achtergevel lagen de kluizen, direct toegankelijk vanuit de kantoorhal. Op de begane grond waren kluizen voor de Nationale en op de verdieping voor de Eerste Rotterdamsche. Op de derde verdieping lag boven de kluizen de koffiekamer voor het personeel, die ook als recreatieruimte voor de personeelsvereniging en als gymnastiekruimte bruikbaar was.

Direct achter de entree ligt een monumentaal marmeren trappenhuis, dat zich hogerop splitst in twee kleinere trappenhuizen. Tussen het trappenhuis en de kantoorhal is een vijftal glas-in-loodramen naar ontwerp van de Rotterdamse kunstenaar Pieter den Besten (1894-1972) aangebracht. Verder waren hier sierlijke verlichtingsornamenten van kunstsmid Carl Gellings (1892-1959).

Onder het hele gebouw bevond zich een kelder met een fietsenstalling, garderobes, archiefkluizen, magazijnen en kolenbunkers.

Het is een werkgebouw en wie eenmaal deze kubus is binnengetreden, zal grif erkennen: het interieur beantwoordt aan de bedoelingen van zijn bestemming. Ruim, licht en fris zijn de werkvertrekken, het lawaai van de Schiekadetrams en motoren is zorgvuldig en absoluut buitengesloten. De acoustiek in de zaal, waar op twee ruimtelijk aan elkaar verbonden verdiepingen 600 mensen kunnen werken, is een wezenlijk wonder. Geen tumultueus geluid als velen spreken, die aan de rijen bureau's hun werk verrichten; integendeel: elk gesprek schijnt binnen de begrenzingen van een enkele kubieke meter ruimte zijn eigen wanden te hebben.

Het Vrije Volk 1 november 1949

Nationale5-NL-Rt SA_4100_1993-6655

Ongewone kijk op het gebouw van de Nationale Levensverzekeringsbank aan de Schiekade met links het standbeeld van Johan de Witt.

Lex de Herder/Stadsarchief Rotterdam

Verzekeringswiskundigen

Op de hoeken van het gebouw staan beelden van Christiaan Huygens (rechts) en Johan de Witt (links), de grondleggers van de verzekeringswiskunde. Huygens was statisticus en De Witt perfectioneerde de kansberekening. De beelden zijn vervaardigd door Albert Termote (1887-1978), die ook de symbolische voorstelling boven de ingang verzorgde. Ter weerszijden van een ovaal venster staan vier meer dan levensgrote mensenfiguren. Aan de ene zijde een jonge, krachtige man, die zaait. Achter hem een oude man, onder een hoorn des overvloeds. Aan de andere kant zullen op dezelfde manier twee vrouwenfiguren worden gegroepeerd. Zij symboliseren de oogst. De jonge vrouw houdt een vrucht omhoog. Het begrip Tijd, dat natuurlijk ook een rol speelt bij het verzekeringswezen, zal worden voorgesteld door een naaktfiguurtje, een zittend jongetje, dat een zonnewijzer vasthoudt. (Het Vrije Volk 31 januari 1948)

Boven de hoorn des overvloeds staat de spreuk baet is tegens alle schae, een dichtregel van P.C. Hooft en het jaartal MCMXLIX (1949).

Dragonders

De reacties bij de oplevering van het statige, monumentale gebouw waren wisselend. Volgens De Telegraaf was het “een sieraad voor de nieuwe stad en bovendien een juweel van een werkgelegenheid voor het talrijke personeel.” Ook het Algemeen Handelsblad is vol lof over het kloeke gebouw:

“Wat de architectonische uitvoering betreft, kan het pand met zijn versieringen en beeldhouwwerken zeer zeker een aanwinst in deze omgeving worden genoemd.” Het Vrije Volk stond er wat kritischer tegenover: Want de “Nationale” staat daar, bijna plomp en dwingend de aandacht te vragen. Het is vierkant en hoekig, zonder modulatie in gevelpartijen of vlakverdelingen, het is traditioneel en onromantisch en het doet ook geen enkele poging de schijn daarvan aan te nemen.

Bepaald vernietigend was het oordeel van Rein Blijstra enkele jaren later. In een bespreking van de traditionalistische bankgebouwen in zijn serie Rotterdam op leven en dood, waarin hij de wederopbouw volgde, oordeelde hij dat de Nationale de minst geslaagde uit de serie bankgebouwen was:

Een uiterst “hoog" kantoorgebouw, massaal, massief, met een rare bovenverdieping, die schuilgaat achter een lompe balustrade, zodat men in de daarachter liggende vertrekken geen behoorlijk licht krijgt en een voorgevel als een stuk karton, waarin rechthoekige gaten zijn gesneden voor de ramen. In tegenstelling met de andere bankgebouwen, behalve de Rotterdamse Bank, waar men de overbodige monumentale trappen vermeden heeft, vindt men hier in de ruime hal een opgang, geschikt om een regiment dragonders te laten opmarcheren, doch op de eerste verdieping is het al afgelopen.

Het Vrije Volk 11 december 1952

Over karton gesproken, de Nationale gaf bij de opening een kartonnen bouwplaat uit van het gebouw.

Nationale7-schema-Bouw-1971

Oorspronkelijke uitbreidingsplannen van de Nationale Levensverzekeringsbank, waarbij de gereformeerde kerk moest wijken.

Nationale8-uitbreiding-HVV15-9-1961

Perspectieftekening van de uitbreiding van de Nationale Levensverzekeringsbank.

Het Vrije Volk 15-9-1961

Anno nu

Al kort na de voltooiing was het gebouw te klein en werden uitbreidingsplannen gemaakt door Elffers en Van Nieuwenhuyzen. Het eerste voorstel uit 1955 was een gebouw van tien verdiepingen vlakbij de plek van de Gereformeerde kerk, die daarvoor gesloopt en verplaatst zou worden. Het zou met een luchtbrug over de Simonstraat met het hoofdgebouw worden verbonden. Uiteindelijk kwam de uitbreiding aan de achterzijde. De door Corn. Elffers ontworpen uitbreiding (architect van Nieuwenhuyzen is intussen overleden) is van een veel “moderner” allure en vertoont volkomen strakke gevelpartijen. (Het Vrije Volk 15 september 1961). Het gebouw had een aluminium gordijngevel en was in 1966 klaar. Die moderne gevel is tussen 2001 en 2003 vervangen door een nieuwe door de architecten van Studio A1. Het gebouw is ook opgetopt met drie bouwlagen en het symmetrische concept is door sloop aangepast. Er is een nieuwe entree gemaakt aan de Teilingerstraat.

De Nationale Levensverzekerings-Bank is in 1963 gefuseerd met De Nederlanden van 1845 uit Den Haag tot Nationale-Nederlanden. De Rotterdamse vestiging bleef tot de bouw van het nieuwe hoofdkantoor aan het Weena in gebruik. Sindsdien is het gebouw in gebruik als bedrijfsverzamelgebouw, met onder andere een afdeling van het UWV. Ook het Bouwcentrum, dat in 1996 zijn eigen gebouwen nabij het station verliet, betrok de Schiekade 830. In het interieur is, afgezien van het monumentale trappenhuis en de voormalige directiekamer, weinig terug te vinden van het verzekeringskantoor. Het gebouw is gemeentelijk monument.

Prev
Next