- Artikelen
Je kunt hier blijven fotograferen
Rob van Katwijk woonde vanaf 1961 in de dienstwoning aan de Scheepmakershaven 67 op de vijfde etage. Hij vertelt over zijn jeugd in het kantoorpand dat qua functie niet veranderd is. Het is nog steeds een bedrijfsverzamelpand, weliswaar zonder de (dienst)woning en de veranderende wijk, die hij regelmatig fotografeert.
Huismeester aan de kade
De vader van Rob van Katwijk werd in 1961 conciërge annex huismeester van het dubbele kantoorpand aan de Scheepmakershaven 67. Hij zorgde ervoor dat de deuren van beide entrees open gingen, dat de lift gemaakt werd en dat het bedrijfsgebouw er netjes uitzag. Bovendien beheerden Rob zijn ouders de kantine die op dezelfde etage lag als de dienstwoning. De vijfde en tevens hoogste verdieping van het gebouw. In de kantine aten de medewerkers van de verschillende bedrijven die in het pand gehuisvest waren. Zijn ouders woonden er tot hun pensioen.
Luxe baan?
Het leek een luxe baan met inwoning, maar zo breed had het gezin met 4 kinderen het niet. “Mijn vader verdiende bij, met het wassen van de auto’s van de medewerkers.” Ook een wasmachine had huize Van Katwijk pas veel later dan de meeste gezinnen. In het washok stond een tobbe en een wrongel. Als Rob aan de kantine denkt, ziet hij zijn ouders veel koffie schenken en broodjes smeren. “Af en toe kreeg ik ook een koffie met heel veel melk. Met een sprits die je lekker in de koffie kon dopen.” Hij lacht: “Vind ik nog steeds lekker.”
Uitzicht op bakkersfabriek
Rob is al lang niet meer in het pand geweest maar ziet meteen dat de lift nog origineel is. Er is een extra muurtje voor de trappenhal geplaatst maar de hal is nog intact. De slanke leuningen en de natuurstenen treden. “Als kind probeerde ik zo hoog mogelijk van de trap naar beneden te springen.” De dienstwoning bestreek een kwart verdieping aan de achterzijde. Tegenwoordig is de verdieping gesplitst maar vroeger kon je doorlopen. De woning keek uit op de Laurenskerk en direct achter het pand op een bakkersfabriek Ullrich & Zn, met een grote schoorsteen. Nu staat er in de Jufferstraat de groene woontoren Uptown. De fabriek had een klein loketje waar je direct uit de fabriek brood kon kopen. “Vers brood met boter en suiker. Je kan het je bijna niet meer voorstellen maar dat was zo lekker.” Rob smult weer bij de gedachte.
Eenzaam
“Het was best eenzaam als kind hier wonen.” vertelt Rob. Er woonden zo her en der wel wat mensen. Eveneens conciërges zoals zijn vader. In de Glashaven, Jufferstraat en verderop aan de kade, maar zijn ouders gingen er niet op de koffie. Zijn broer en zussen waren heel wat ouder dus vermaakte Rob zich vaak alleen. “Op de pieren stonden vroeger alleen nog maar wat pakhuizen of kantoren. Daar stepte ik veel.” De kinderen van de schippers kende hij eigenlijk niet. “Maar dat lag misschien aan mij. Ik was best verlegen.”
Lifthuisje
Leuke herinneringen heeft hij aan het lifthuisje. Dat was best groot. En daar sliep zijn broer. Rob ziet dat de trap er nog hangt. Hij tilt de trap eruit en duwt het luik open. De ruimte ziet er fris wit geschilderd uit. Herinneringen komen boven en Rob maakt foto’s voor zijn familie. Hij houdt ze regelmatig op de hoogte met foto’s uit het sterk veranderende gebied. “Ik kan me herinneren dat ik ooit mijn sleutel was vergeten. Ik kon gelukkig via de andere entree naar binnen en glipte daar het lifthuisje in. Ik klom uit een klein raampje het dak op, viel er vervolgens bijna af en klom via ons lifthuisje naar binnen.” Zijn moeder moest eens geweten hebben.
Osto
In het gebouw zaten veel scheepvaartkantoren zoals Mannesmann en de Overzeese Scheepvaart- en Transportonderneming, Osto. Osto zat op dezelfde verdieping als hun huis maar liep over de hele breedte van het pand. Osto had chic meubilair, met donker houten bureaus en heel veel relatiegeschenken. Rob bezit nog een briefopener en zijn zus een rijk versierde asbak. Het bedrijf kwam later nog met een fraudeerschandaal in het nieuws. Ze hadden geknoeid met maten en gewichten van te verschepen goederen. “Toen de politie binnenviel om de directie op te pakken, vluchtten zij via de andere entree. Blijkbaar wist de politie niet dat er twee ingangen waren.” Rob gniffelt. Het is misschien het meest sensationele wat er ooit in het gebouw gebeurd is.
Fotografie van sloop
Bij de rondgang door het gebouw stapt Rob bij architectenbureau Barcode binnen. Hun bureau bestrijkt de hele breedte van het gebouw. Het levert een open en lichte ruimte op met goed zicht op de sloop aan de Boompjes. Er staan maquettes van de nieuwe woontorens Muse en Casanova aan de Wijnhaven. Het is een leuke ontdekking dat de ontwerpers van de nieuwbouw in dit pand werken, al weet je tegenwoordig nooit meer voor hoe lang. Want voor elk nieuw gebouw wordt iets uit de wederopbouw gesloopt. Rob fotografeert het allemaal. Er is veel verdwenen; de broodfabriek, gebouwen aan de Posthoornstraat en Wijnhaven, het BP benzinestation met garage van zijn oom op de Punt en de steekparkeerplaatsen. Rob lacht: “Hoe vaak er een auto uit het water getakeld moest worden, weet ik niet. Maar het gebeurde geregeld dat iemand zijn handrem had vergeten.”
Hij wijst naar het water waar tegenwoordig geen auto’s meer in glijden, maar wel een Hot Tug voorbij komt drijven. “Dat had je vroeger allemaal niet. Tegenwoordig zie je hier veel toeristen.” Het geeft weer hoezeer de wijk verandert. Van een kantorenwijk met binnenvaartschepen en geen vertier, tot een stedelijk en toeristisch woonwerkgebied. Rob kan voorlopig blijven fotograferen.