• Artikelen

Het vergeten bombardement

Een ooggetuigenverslag van Martin Landman over het geallieerde vergissingsbombardement op 31 maart 1943, het vergeten bombardement.

1943 Willem Beukelszstraat anoniem NL Rt SA 4287 XXXIII 632 00 01 9 01

De Willem Beukelszstraat na het vergissingsbombardement op 31 maart 1943.

Anoniem, Stadsarchief Rotterdam

Het was woensdag 31 maart, de dag na mijn 16e verjaardag. Ik was met de tram onderweg van een bezoek aan mijn grootouders in de Zaagmolenstraat naar huis in de Justus van Effenstraat. Het was géén schooldag; de lesroosters waren aangepast, omdat de Duitsers onze MULO aan de Rösener Manzstraat hadden gevorderd. Ik had haast.

1943 04 Rosener Manzstraat Grimeyer NL Rt SA 4156 1980 5381 01

Afzetting in de Rösener Manzstraat bij de kruising Van Duijlstraat.

Hendrik F. Grimeyer, Stadsarchief Rotterdam, april 1943

Niets wees op een naderende catastrofe

Er was die middag voetbaltraining bij Neptunus op Vreelust. Maar op de Nieuwe Binnenweg klonk het naargeestige geluid van het luchtalarm. De tram stopte. Iedereen moest uitstappen en beschutting zoeken. Nu had ik in de afgelopen oorlogsjaren al zoveel maal het luchtalarm meegemaakt (in het eerste jaar was het elke nacht prijs), dat ik er nogal laconiek tegenover stond. Dat bleek een grote misvatting. Ik besloot te gaan lopen. Het was zonnig weer met lichte sluierbewolking en er stond een flinke bries. Niets wees op een naderende catastrofe In de verte hoorde ik wel het gebrom van vliegtuigen, ontploffingen en afweergeschut, maar allengs werd het weer stil. Midden op de Schiedamseweg, ik liep ter hoogte van juwelier Kok, klonk plotseling weer het luchtalarm. Dit keer kreeg ik een onbehagelijk voorgevoel en zocht een portiek om te schuilen. Toen zag ik door de dunne wolkenflarden, op grote hoogte, een eskader bommenwerpers. De weg was verlaten. Het was doodstil, behalve vlak vóór mij, waar vier matrozen van de Kriegsmarine spottend en brallend omhoog wezen. Toen gebeurde het.

1943 0401 anoniem Schiedamseweg NL Rt SA 4100 1989 3303 01

De Schiedamseweg na het bombardement op 31 maart 1943.

Anoniem, Stadsarchief Rotterdam

Oorverdovende ontploffingen

In een flits zag ik de brisantbommen duidelijk afgetekend vlak boven de huizen aan de overkant neerkomen. De matrozen lagen gelijk plat op straat. De ontploffingen waren oorverdovend. De luchtdruk was enorm en ik werd met voordeur en al het souterrain ingesmeten. Het was een pandemonium. Ik werd bedolven onder stukken hout, glasscherven en kalk. Rook, stof en vlammen. Ik dacht werkelijk, dat mijn laatste uur had geslagen, maar kwam weer bij mijn positieven, toen ik twee dames boven mij op een los hangende trap zag staan. Gelukkig had ik alleen wat kneuzingen en schaafwonden. Ik sloeg de rommel van mij af. Eén van de vrouwen gilde: “Mijn man ligt dood in de voorkamer”

Ik werd bedolven onder stukken hout, glasscherven en kalk
1943 04 Gijsingstraat Grimeyer NL Rt SA 4156 XXXIII 632 00 03 1 01

De eerste Gijsingstraat werd verwoest door de branden na het bombardement op 31 maart.

Hendrik F. Grimeyer, Stadsarchief Rotterdam, 1943

Vlammen, rook en snerpend glas

Ik schraapte mijn moed bijeen en kroop de slingerende trap op en via de gang naar de voorkamer. Ik bereidde mij voor op het ergste; een ernstig gewonde man in een poel van bloed, maar was niet voorbereid op een enorme anti-climax. Er lag een reeds overleden man opgebaard. Griezelig en bizar. Ik schrok me wezenloos en dacht “Weg wezen”. Ik hielp de vrouwen de trap af en rende half kruipend naar buiten. Het huis stond al in brand. Overal vlammen en rook boven de daken. Honderden mensen renden schijnbaar doelloos en hysterisch gillend in het rond. Overal vlammen en rook boven de huizen. Paniek rondom. De Schiedamse weg was bezaaid met glasscherven. Ik kan nu nog het krassnede, snerpende geluid horen van de voeten van honderden mensen op de glasscherven. Een oud vrouwtje stond wezenloos te kijken met een kanariepietje in een kooi. Her en der lagen gewonden op straat, die al werden geholpen. Op de hoek van de Grote Visserijstraat was een grote ijzerwaren- en gereedschappenhandel met aan de zijkant een blinde muur, waarop een enorme kop was geschilderd van een louche boef met een pet op en de tekst: “Hij loert, géén kans. Lips sluit alles, en goed”. Toen ik naderde zag ik de hele muur met boef en al instorten. Enkele mensen konden maar net ontsnappen.

Een oud vrouwtje stond wezenloos te kijken met een kanariepietje in een kooi.
1943 zomer anoniem Gijsingstraat NL Rt SA 4100 XXXIII 632 00 04 13 01

Ook de tweede Gijsingstraat werd getroffen door de vuurzee.

Anoniem, Stadsarchief Rotterdam, 1943

Eén grote vuurzee

Ik wilde naar huis, Ik was bezorgd en wist niet of Spangen en de Justus van Effenstraat ook waren getroffen en hoe het met mijn familie was. Ik kwam langs het huis van mijn oom in de Gijsinghstraat, dat nog intact was. Later op de dag was het volledig uitgebrand. Het vuur verspreidde zich als en razende, gevoed door de harde wind. Het werd één grote vuurzee. De brandweer kon het niet aan en had niet genoeg bluswater, naar later bleek omdat ook de waterleiding was getroffen.

Thuisgekomen hoorde ik van mijn moeder, dat ze mijn zusje, die naar de groentewinkel in de Taanderstraat moest, in een impuls thuis had gehouden. De zaak had met alle aanwezige schuilende klanten een voltreffer gekregen. Er waren géén overlevenden. Hetzelfde was gebeurd met de praktijk en de patienten van de huisarts dr. Vader. Onder de slachtoffers was een vriendinnetje van mijn zusje. Pas enkele dagen later hoorde ik, dat het huis van de familie van Duin, vader, moeder en vier zoons, in één van de zijstraten van Tussendijken was vernietigd door een voltreffer. De oudste zoon speelde met mij in A1 van Neptunus en was een zeer veelbelovende voetballer. Zijn vader was een bekende figuur bij Neptunus en altijd op het veld te vinden. Het gezin zat met de lunch aan tafel toen Pa besloot om nog even naar zijn kapperszaak aan de overkant te lopen om te zien of alles o.k. was. Hij verloor zijn gehele gezin. Een vreselijk drama. Veel mensen verloren het leven door een voltreffer op een schuilkelder aan de Vierhavenstraat.

Mijn zusje zou naar de groentewinkel gaan maar mijn moeder hield haar thuis. Een geluk. De zaak had met alle aanwezige schuilende klanten een voltreffer gekregen.
1943 04 Taandersstraat NL Rt SA 4287 XXXIII 632 00 01 12 01

De Taandersstraat waar de gebombardeerde groentewinkel zich bevond.

Anoniem, Stadsarchief Rotterdam, april 1943

1943 04 SCHIEDAMSWEG THV TAANDERSTRAAT NL Rt SA 4100 1981 654 01

Mannen kijken naar de puinhopen aan de Schiedamseweg ter hoogte van de Taandersstraat.

Anoniem, Stadsarchief Rotterdam, april 1943

Emotie was een luxe

’s Middags ging ik terug naar het Marconiplein en omgeving en werd de omvang van de ramp pas duidelijk. Zover als het oog kon zien puinhopen en brandende huizen. Ik zag tientallen lijken, die bijna achteloos op een platte vrachtauto waren gelegd. Overal om me heen liepen radeloze mensen, die alles kwijt waren. Ik kwam mijn oom tegen met een kar met huisraad. Zijn huis in de Gijsinghstraat was inmiddels uitgebrand. Als ik eraan terugdenk, kan ik me nauwelijks voorstellen, dat ik alle ellende zo afstandelijk en bijna zonder emoties kon verwerken.Ik was zo murw door de oorlog en de dood was steeds zo nabij, dat je bijna immuun werd. Een vorm van zelfbescherming. Emoties waren een luxe, die je je niet kon permitteren. Het was ieder voor zich, hoewel de mensen solidair waren en elkaar hielpen, waar ze maar konden.

1943 04 anoniem mathernesserweg NL Rt SA 4100 XXXIII 632 00 01 19 01

Een ladderauto staat bij de bluswerkzaamheden in de verwoeste Mathenesserweg.

Anoniem, Stadsarchief Rotterdam, april 1943

Verontwaardiging gebruikt als propaganda

Na afloop van de ramp bestond aanvankelijk grote verontwaardiging onder de bevolking over deze afschuwelijke “vergissing” van de geallieerden. Van onze vrienden moest je het maar hebben. Uiteraard werd dit uitgebuit en aangewakkerd door de propagandamachine van de Duitsers, de NSB'ers en de pro Duitse media zoals kranten, radio en bioscoopjournaals. Maar allengs werd er positiever tegenaan gekeken onder het motto: “Je kunt geen omelet bakken zonder eieren te breken”. Dat was nu eenmaal de prijs, die we moesten betalen voor de bevrijding van het Duitse juk. Toch kon niemand bevroeden, dat die bevrijding nog lang op zich zou laten wachten en er nog ruim twee zware en heel moeilijke jaren van bezetting, honger en ellende zouden volgen...

Je kunt geen omelet bakken zonder eieren te breken. Dit bombardement was de prijs die we moesten betalen voor bevrijding.

Lees het vervolg in de andere verhalen van Martin Landman: Hongerwinter als onderduiker en De kentering in de hongersnood.

Het verhaal van
Martin Landman
Periode
1928 -
Onderwerpen
Verhalen
Buurten
Bospolder Tussendijken