• Artikelen

Geschiedenisliefhebber aan de Botersloot

Daniel Albering, de eigenaar van kinderboekenwinkel De Kleine Kapitein begon in 1992 aan de Meent en verhuisde in 2012 naar het oude telefoniegebouw van de PTT aan de Botersloot. Inmiddels heeft hij zich behoorlijk verdiept in het pand en de wijk.

Daniel Albering Kleine Kapitein Botersloot

Collectie De Kleine Kapitein

Daniel Albering, de eigenaar van kinderboekenwinkel De Kleine Kapitein aan de Botersloot is opgegroeid tussen de boeken. Zijn ouders hadden jarenlang een kinderboekenwinkel in Groningen. Toen hij zijn vrouw in Groningen ontmoette besloten ze de traditie elders voort te zetten. Het stel wilde een eigen kinderboekenwinkel starten, bij voorkeur in Maastricht. Iemand attendeerde hen op Rotterdam. Tijdens een regenachtige ochtend bezochten ze Rotterdam. Nergens was een kinderboekenwinkel te bekennen en de beslissing werd gemaakt. De Kleine Kapitein, de naam verwijst naar een boek van Paul Biegel, opende in 1992 haar deuren aan de Meent.

De kleine kapitein aan de Meent

Boekwinkel De Kleine Kapitein aan de Meent

Collectie De Kleine Kapitein

Als kleine kapitein tussen de uitzendbureaus

De straat stond destijds bekend om zijn vele uitzendbureaus maar daardoor was de huur betaalbaar. Het luchtspoor bestond ook nog. Nadat het spoor verdween vroegen veel klanten naar boeken over treinen. Daniel glimlacht: “Ze misten het geluid van kedeng kedeng.” De Meent ontwikkelde zich langzaam tot een hippe straat en plots werd in 2012 de huur enorm verhoogd. Hij heeft er een week niet van geslapen. Het idee ontstond om meer een ‘shop around the corner’ te worden, al was dat in 2012 nog niet echt trending. Ze keken naar kleine winkels in de Pannekoekstraat maar daar was niets te vinden. De ruimte aan de Botersloot in het voormalig PTT-telefoniegebouw stond wel leeg. Allesbehalve klein. Maar wel mooi.

Ptt 2

Personeel aan het werk in het PTT-gebouw.

Stadsarchief Rotterdam

Kijk daar stond mijn bureautje

Daniel zocht contact met de eigenaar van het pand, Stichting Ouderenhuisvesting Rotterdam (SOR) en kwam tot een overeenkomst. SOR heeft het wederopbouwpand in ere gehouden en is gevestigd in het eerste deel. Daniel huurt de casco ruimte. Alle voorzieningen en de vide zijn door henzelf aangelegd. Het was een haastklus want ze moesten het pand aan de Meent uit. Met terugwerkende kracht heeft Daniel zich verdiept in het pand. Hij legt uit dat het pand twee zijdes heeft. De A-locatie ligt aan de markt, de B-locatie is van De Kleine Kapitein. Toch was er vanaf dag 1 groei. Een meevaller want hij had minimaal op een jaar verlies gerekend. “Mensen kwamen binnen met “Wat gaaf dat dit weer een bestemming heeft! Kijk, daar stond mijn bureautje.” Nou dan had ik de koffie al weer lopen.” Het gebouw is met een soort grootsheid gebouwd getuige de chique marmeren bekleding en de hoge plafonds. “Ik hou daar wel van. En er is gelukkig nog steeds ruimte voor af en toe iets groots.”

Ik denk dat er tegenwoordig minder mensen zoals Witteveen in een kamertje zitten om goed na te denken over de toekomst van de stad.
Interieur winkel Kleine Kapitein Botersloot

Cafégedeelte aan de Botersloot

Organisch groeien en geen prut bouwen

“Ze bouwden vroeger voor minimaal honderd jaar een pand. En nu we alle technieken hebben om dat goed te doen, bouwen we prut.” Verontwaardigd haalt hij het voorbeeld aan van een vinexwijk waar na tien jaar de boel op de schop moet vanwege te grote wortels van de bomen. “Dat bedenk je toch niet?!” Daniel vindt dat het economisch systeem nu vooral gebaseerd is op doordraaien. Weggooien en iets nieuws kopen. Dan is een kast van 2000 Euro misschien wel duur, maar als je er je hele leven mee kan doen, is het uiteindelijk goedkoper. En beter voor het milieu. Hetzelfde geldt voor de verstedelijking. De gemeente heeft te weinig visie en de marktpartijen hebben teveel te zeggen. “Ik was laatst bij De Rotterdam. Stond er om 19.00 uur een file. Iedereen kwam thuis. Een half uur later stond er weer een file. Nu bij het belpaneel. Zeker vijf delivery boys kwamen eten brengen.” Een stad moet organisch groeien en de gemeente moet goed sturen. Als het aan Daniel ligt mag er leegstandsbelasting komen zoals in Amsterdam Zuid, want het interesseert marktpartijen geen zier als een ruimte leeg staat vanwege te hoge huurprijzen. Maar het is funest voor de leefbaarheid. ”Ik denk dat er tegenwoordig minder mensen zoals Witteveen in een kamertje zitten om goed na te denken over de toekomst van de stad.”

I love geschiedenis!
Daniel Albering leest een boek in de winkel

Daniel leest voor in de winkel

Collectie De Kleine Kapitein

Leer de geschiedenis van je eigen omgeving!

Zijn dochter schreef haar Profielwerkstuk over de wederopbouw, Daniel las over haar schouder mee. “I love geschiedenis!” Fascinerend om te lezen vond hij het dat het gemeentebestuur een paar dagen na het bombardement al plannen zat te maken voor een nieuwe stad. “Ik had graag de notulen van die vergaderingen willen lezen.” Zijn ogen glimmen als hij verder vertelt: “De winkel staat vol met geschiedenisboeken, maar heel vaak vertaald. Je zou meer moeten leren over de geschiedenis van je eigen omgeving. Dan krijg je veel meer enthousiasme en betrokkenheid.” Daniel illustreert zijn stelling met historische feitjes. Op loopafstand van deze winkel zit de oorsprong van de stad Rotterdam en de Botersloot heet zo omdat er vroeger allemaal zuivelbedrijven zaten. “Daar zijn stuk voor stuk mooie verhalen over te vertellen.”

Exterieur Kleine Kapitein Botersloot

Gevel van de winkel aan de Botersloot

Collectie De Kleine Kapitein

We hebben buurtjes nodig

Die verhalen vertelt Daniel graag. Wat hem opviel toen hij van de Meent naar de Botersloot verhuisde, was het dorpsgevoel. “Het heeft misschien met het café te maken, maar ook onze buurtbewoners komen hier.” Het is een enorm verschil over hemelsbreed 200 meter verhuizing. Rotterdam is volgens Daniel nog niet zoals Amsterdam helemaal opgedeeld in buurtjes. “Op een gegeven moment heeft een stad dat weer nodig.” Eerst zal de stedelijkheid toenemen. Er is te weinig plek om te wonen. In het centrum van Rotterdam wonen naar verhouding veel te weinig mensen. “We hebben mensen nodig die denken, het kan anders. We moeten vooruitkijken.” Dus gaan er dingen veranderen. Hij gebaart: “Maar verandering is ook goed. Het dwingt je om te bewegen. Kijk naar mij, anders zat ik nog steeds op de Meent.” En door de verandering viel hij met zijn neus in de boter.

Maar verandering is ook goed. Het dwingt je om te bewegen
Het verhaal van
Daniel Albering, eigenaar kinderboekenwinkel De Kleine Kapitein
Periode
1966-
Onderwerpen
Verhalen
Buurten
Laurenskwartier