• Artikelen

De mooie dingen blijven bestaan

Joost Prins en Tjeerd Hendriks vertellen over hun intentie om het bedrijfsverzamelgebouw van Maaskant niet alleen architectonisch maar ook qua gebruik en beleving in ere te herstellen.

De mooie dingen blijven bestaan
Gaby Jongenelen

Welkom in Het Industriegebouw Goudsesingel

De hal van Het Industriegebouw aan de Goudsesingel is licht en sober chic ingericht. Een vriendelijke receptioniste zit voor een enorme zwart-wit foto uit de jaren zestig. De robuuste wenteltrap van de architect van het gebouw, H.A. Maaskant, nodigt uit om naar boven te lopen.Een passende console met zoekscherm laat zien welke bedrijven in het gebouw zitten. Als Joost langsloopt tikt hij in het voorbijgaan op het scherm. Zo, het scherm staat weer op de homepage. Het is duidelijk, hier tellen de details. We kunnen naar boven.

Bedrijvigheid

Op de bovenste etage van Het Industriegebouw komt de relaxte muziek van de Tindersticks je tegemoet. Het kantoor van Joost en Tjeerd is summier ingericht; twee bureaus, een plofbank, twee stoelen en een kapstok. Maar niets is wat het lijkt, de heren zijn druk. Hun tijdelijke kantoor is verhuurd, dus moeten ze binnenkort weer verkassen binnen het gebouw. Afwisselend gaan de telefoons van beiden af en evenzo afwisselend vervolgen ze het interview. “Sorry, we zitten met sollicitatieprocedures,” Joost lacht “ het is wel een beetje een gek interview op deze manier.” Gelukkig vullen ze elkaar, niet alleen zakelijk, maar ook in woorden, goed aan. Want, zo zal blijken, ze hebben veel te regelen.

Gaafste bedrijfsverzamelgebouw

Joost Prins en Tjeerd Hendriks zijn de bedenkers van de succesvolle Rotterdamse winkel GROOS. Joost met zijn achtergrond in rechten en bedrijfskunde en Tjeerd als kunstenaar, bleken een gouden combinatie bij het opzetten van een Rotterdamse concept-store. In 2015 werd deze jonge creatieve ondernemers gevraagd zich te buigen over de exploitatie van het wederopbouwmonument ‘Het Industriegebouw’. “Het leek ons een mooie uitdaging naast GROOS. We hebben een voorstel voor de herontwikkeling gedaan en dat voeren we nu uit.” Tjeerd brengt het bijna of het om een pakje boter gaat. Joost vervolgt: “De nieuwe eigenaar van het pand wilde iets tastbaars achterlaten. Dit wederopbouwmonument moet in ere hersteld worden. En weer het gaafste bedrijfsgebouw van Rotterdam worden.”

De mooie dingen blijven bestaan

De wenteltrap in de hal van Het Industriegebouw.

Marlies Lageweg, Platform Wederopbouw Rotterdam, 2018

Onzichtbare schoonheid zichtbaar maken

Dat Joost en Tjeerd daar vol overgave mee zijn gestart is merkbaar. Ze zijn begonnen met alles wat overal in de loop der jaren tegen het gebouw aangeplakt is, te verwijderen. “Kijk wat er onder die tapijttegels vandaan komt! Prachtige houten vloeren. Dit gebouw heeft zoveel onzichtbare schoonheid.” De ogen van Joost glimmen als hij over het gebouw vertelt. Tjeerd klimt op een stoel om te laten zien wat er achter het systeemplafond zit. “Wat een ruimte hè? We hoeven het alleen maar weg te halen.” Natuurlijk is het niet puur een kwestie van strippen. De etages moeten ook geschikt gemaakt worden voor kleine bedrijven met eigen units of co-working spaces. Om dat in de juiste sfeer en kwaliteit te doen hebben ze ontwerper Piet Hein Eek in de hand genomen.

De mooie dingen blijven bestaan

De expeditiestraat door Het Industriegebouw is tegenwoordig vergroend.

Marlies Lageweg, Platform Wederopbouw Rotterdam, 2018

Een fort met eigen community

“De identiteit van het gebouw is belangrijk. Dat gaat over keuze van materialen en inrichting, maar ook over wie je toelaat in je gebouw. We zijn kritisch.” Joost kijkt streng, “We willen een bedrijfsverzamelgebouw waarin kruisbestuiving plaatsvindt tussen de verschillende bedrijven. De kracht van de diversiteit.” Tjeerd vult aan “Dus geen stoffige bedrijven. Het moet een bolwerk van Rotterdamse voortrekkers worden.”

Bij een dergelijk gebouw horen ook bepaalde faciliteiten. Joost en Tjeerd willen horeca in de plint, maar daar is nog geen vergunning voor, en ze hebben ideeën voor een bedrijfskantine, een fietsenstalling en douches. Tjeerd: “Als je uit Delft gefietst komt, is het wel fijn als je even kan douchen.” Ze zien het gebouw voor zich als een soort fort, met een eigen community. Vol vuur vertellen ze over hun plannen waarbij de liefde voor het gebouw en stad voelbaar is.

Herwaardering van wederopbouw

Joost vertelt dat hij geboren is op de Schiekade en dat hij in zijn jeugd de stad volwassen heeft zien worden. “Vroeger moest je jezelf verdedigen als je zei dat je in Rotterdam woonde. In de jaren tachtig was de skyline er nog niet. De stad is als het ware gelijk met mij opgegroeid. En het gave is dat de echte meuk is weggehaald en de mooie dingen zijn blijven staan! Zoals dit gebouw.” Ook Tjeerd werd volwassen in het Rotterdamse (groeide op in Zwijndrecht) en merkte bij zichzelf een herwaardering van de wederopbouwarchitectuur op. “Jarenlang heb ik sommige gebouwen en kunstwerken lelijk gevonden. Dacht ik: ‘Wat een zooi’. Maar dingen werden opgeknapt en ik ben het gaan waarderen. Het mooie aan de wederopbouw is dat iedereen mee mocht doen.” Joost beaamt dit “Er is jaren geen oog geweest voor wederopbouw. De stijl sluit aan bij de huidige tijd. Eerlijk. Direct.” Tjeerd: “Industrieel. Ruim.” Ze knikken.

De mooie dingen blijven bestaan

Op de goede weg

Er is nog een hoop werk aan de winkel, maar ze zijn op de goede weg. Het doel is om Het Industriegebouw weer zoveel mogelijk in originele staat te herstellen en de oorspronkelijke architectuur weer zichtbaar te maken. Tjeerd: “De vorige eigenaren hebben het pand in de loop der decennia volgestopt met tapijttegels, systeemwandjes en dito plafonnetjes. Die halen we er allemaal uit.” Ook de medewerkers monumentenzorg van de gemeente hebben gemerkt hoe secuur de jongens te werk gaan. Dit bleek tijdens een bezoek waar Joost en Tjeerd de ambtenaren oude foto’s en tekeningen uit de kluis van het gebouw lieten zien, die ze nog nooit eerder onder ogen hadden gekregen. De ambtenaren waren positief verrast. Joost lacht: ”Het klinkt eenvoudig, maar als je de niet-originele elementen weghaalt krijg je er de genialiteit van Maaskant voor terug. Wat wil een Rotterdammer nou nog meer?”

Het verhaal van
Joost Prins en Tjeerd Hendriks (foto Gaby Jongenelen)
Onderwerpen
Verhalen